De nacht van zondag op maandag slapen ze allebei als een roos. Charl verbaast zich over Vicky. Hoe snel ze hersteld lijkt van de nachtmerrie. Goed, er is nog verdriet in huis op de momenten dat Marie gemist wordt, maar Vicky heeft eetlust, doet wat in huis en op zondag zijn ze samen een eind gaan wandelen. Niet de kant op van de boerderij, dat niet, maar eerst een stuk naar het dorp en toen door de landerijen weer terug naar huis. Ze kwamen langs een dichtgevroren plas en Vicky daagde Charl uit om het ijs op te gaan. Toen hij twee stappen had gezet sprongen er dikke scheuren in het ijs recht onder zijn voeten. Hij had van schrik een harde wind gelaten en was toen de kant op gevlucht. Vicky pieste bijna in haar broek van het lachen. Charl weet niet of het een soort verwerken is van alle emoties, of dat Vicky echt weer helemaal de oude is. Nou ja, voorlopig gaat het goed want hij slaapt zelf ook weer beter nu hij weet dat morgen de eerste stap op de Berendhoeve gezet wordt en dat Snorro lekker diepgevroren achter de schuur ligt. En hij hoeft geen smoesjes meer te verzinnen want Vicky heeft besloten dat ze maandag weer aan het werk gaat. ‘Dat thuiszitten is niks voor mij.’ zei ze op zondagavond. Charl had alleen maar zijn schouders opgehaald.
Vanochtend was Vicky begeleid door André Hazes junior met knetterende uitlaat weggereden. ‘Ik weet niet welke van de twee ik liever hoor.’ had Charl gedacht toen het geschetter was verstomd. Daarna was hij direct uit bed gegaan om de laatste voorbereidingen te treffen. Niet veel later was hij, met een dichtgevouwen doos onder de snelbinders, op weg gegaan naar zijn afspraak met Bettina. Dit keer had hij onder uit de kledingkast een bivakmuts gevist. Het is opnieuw koud in de wind, maar nu is hij toch iets beter beschermd. Eenmaal bij de hoeve aangekomen, maakt hij de doos los en loopt naar binnen. Bettina zit achter de balie en ze ziet hem binnenkomen. ‘Help!’ roept ze, terwijl ze haar armen omhoog steekt. Charl blijft stokstijf staan. ‘Is dit een overval?’ vraagt ze angstig, waarna ze hard begint te lachen. Charl beseft nu pas dat hij er als een bankrover uitziet met zijn bivakmuts. Dat is typisch Bettina. Vroeger kon ze ook overal een grap van maken waarna ze zelf het hardste lachte. Het is misschien wel een manier geworden om dat dagelijkse dierenleed een beetje tegenwicht te bieden. Terwijl hij mee grinnikt, zet hij de doos even op de grond en trekt dan de winteroutfit van zijn hoofd. ‘Hallo Bettina. Sorry hoor.’ ‘Nee joh, sorry hoor, je kent me toch. Ik kon het weer eens niet laten.’ Ze zwaait even kort met haar rechterhand alsof het allemaal niet belangrijk is. ‘Maar Charlie, wat ben je vroeg?’ ‘Ja, ik kon er niet van slapen dus ik dacht ik ga maar alvast.’ Bettina staat op en zegt dan met een ernstig gezicht ‘Neem Marie maar mee, we hebben een mooi plekje voor haar.’ Charl pakt de doos weer op en loopt achter haar aan. Twee deuren verder komen ze aan de achterkant van het gebouw in een klein kamertje. Charl kijkt eens om zich heen en ziet aan de muur veel afbeeldingen van rennende honden en spelende katten. Bettina klopt op een mooie houten tafel waar een paar brede stompkaarsen op een plat bord staan. Charl zet de doos op tafel en doet het deksel open. Het bundeltje lijkt wel nog kleiner geworden. Ze kijken samen naar het dode beestje waarbij Bettina een arm om de schouder van Charl slaat. Dan steekt ze de kaarsen aan en drukt ze op een knopje van een cd-speler die in een kastje onder de tafel staat. Terwijl er zachte vioolmuziek begint te spelen zegt ze ‘Neem rustig de tijd om afscheid te nemen.’ Ze kijkt even op haar horloge. ‘Over een klein uurtje is Elbert klaar. Dan kan je Marie hier laten staan, maar als je het fijner vindt om haar weg te brengen dan mag dat ook.’ Charl knikt. ‘En doet Bert ook de crematie?’ vraagt hij. ‘Al… Elbert,’ verbetert Bettina hem, maar ook zichzelf. ‘Elbert begeleid inderdaad de crematies. Als je wilt dan mag je Marie naar buiten dragen, je weet wel naar het gebouwtje daar.’ Ze wijst naar de andere kant van de blinde muur waarop een levensgrote poster van een witte Labrador op een strand met ondergaande zon te zien is. ‘Dan neemt hij haar daar van je over.’ Charl treuzelt nog wat waarbij hij aan de kartonnen flappen van de doos frummelt. ‘Koffie of Thee?’ vraagt Bettina. Hij zou nog wel meer willen vragen over de gang van zaken bij de crematie en ook of ze al een idee heeft wanneer hij kan beginnen, maar bedenkt dan dat hij al ver is gekomen. Hij moet een beetje geduld hebben, dan komt er vanzelf meer duidelijkheid. Nu eerst maar weer opnieuw afscheid nemen van Marietje. ‘Koffie alsjeblieft, met suiker.’
De vioolmuziek is al een hele tijd afgelopen als er op de deur wordt geklopt. Om de hoek verschijnt het verlegen gezicht van de slungelige jongen die Charl afgelopen zaterdag achter de balie ontmoette. ‘Goedemorgen meneer,’ zegt hij zacht, ‘ik kom uw poes ophalen.’ ‘Hallo,’ zegt Charl, ‘als je het goed vindt dan draag ik haar zelf naar buiten hoor.’ De jongen knikt en zet de deur helemaal open zodat Charl met de doos in zijn handen het kamertje kan verlaten. Dan gaat de jongen hem voor. Ze verlaten het hoofdgebouw door de achterdeur en steken een breed erf over. Aan de rechterkant zijn de hondenkennels waar een paar honden hun kop in de lucht steken. Er zijn twee kleintjes, die bij elkaar in één hok zitten, die om het hardst blaffen, maar Elbert slaat er geen acht op. Ze lopen recht naar het vierkante stenen gebouwtje. Daar aangekomen ziet Charl de twee openslaande deuren wijd open staan. ‘Ja, het is best warm hierbinnen want de oven staat alweer een uurtje of twee aan.’ zegt Elbert. Als ze binnen aangekomen zijn valt het Charl op dat het er nog net zo uitziet als vroeger. ‘Goh, hier is weinig veranderd.’ zegt hij. Elbert kijkt hem wat verbaasd aan en vraagt ‘U bent hier vaker geweest begrijp ik?’ Charl knikt enthousiast en steekt van wal over de maanden dat hij hier elke week een dag werkte. Dat hij regelmatig mee mocht helpen om de dieren te verzorgen, de hokken op te ruimen en ook weleens overleden dieren uit de koelcel naar de oven mocht brengen. De jongen staat er wat slungelig naar te luisteren en kijkt ondertussen regelmatig naar de doos in Charl’s handen. ‘Ja joh, ik heb hier veel meegemaakt hoor.’ gaat Charl verder. ‘Ik nam wel eens een hond mee om in het bos hierachter te gaan wandelen. “Het Hondjespad” noemden we dat altijd omdat we daar elke dag de honden uitl…’ ‘Ja dat noemen we nog steeds zo hoor.’ onderbreekt de jongen hem, waarna hij zich omdraait en uit de muur onder de ovendeur een lange stalen bak tevoorschijn trekt. Charl staat even beteuterd te kijken. Blijkbaar heeft de jongen niet zo veel zin om naar hem te luisteren. Dan bedenkt hij zich opeens dat hij bekend wil raken met de werkzaamheden rondom de oven en bekijkt aandachtig wat Elbert van plan is. In de stalen lade ziet Charl allemaal grijze bonkjes liggen. Hij weet dat er in de laatste uren twee honden gecremeerd zijn, dus dat moeten hun overblijfselen zijn. Elbert trekt de bak naar een grote trechter waar hij de inhoud van de lade in leeg schudt. Dan zet hij een hendeltje om van een grote ouderwetse schakelaar die op de muur is gemonteerd. Elbert houdt zijn hoofd even schuin en zucht dan diep. Hij beweegt het hendeltje nog een paar keer heen en weer, maar blijkbaar niet met het gewenste resultaat. ‘Ouwe klerezooi.’ hoort Charl hem mompelen. Maar opeens start er onder de trechter een elektromotor en met een zacht geratel en gekraak zakken de grijze brokjes steeds lager in de trechter totdat alles in de trechtermond verdwenen is. Het hendeltje wordt weer terug gezet en dan trekt Elbert een andere lade naast de trechter open en wijst met zijn vinger naar een laag fijngemalen zacht gruis. ‘Kijk dit is Rocky’ zegt hij. ‘Zijn bazin komt hem straks op halen, dus ik moet effe door ja.’ en hij zet de roestvrijstalen bak met een ferme klap op een metalen werktafel. Charl is verbaasd dat die verlegen slungel nu opeens zo bot is tegen hem. Misschien komt het door het werk wat hij moet doen. ‘Of zou hij mij vervelend vinden, met mijn gepraat over vroeger?’ vraagt hij zich af. Dan is het dus belangrijk om zijn aandacht te richten op zijn plan en dat is weten hoe het hier werkt. En eerlijk gezegd heeft hij daar al meteen wat van gezien. Nu de rest nog. ‘Sorry, ik praat te veel. Kan ik misschien iets voor je doen?’ vraagt hij. Elbert kijkt hem even aan en haalt dan zijn schouders op. ‘Laten we maar beginnen met uw poes. Daar heeft de oven al gauw een half uurtje voor nodig.’
De stalen bak wordt weer diep onder de ovendeur geschoven. Dan haalt de jongen even het deksel van de doos, om in te schatten hoe groot de poes is. Naast de oven staan verschillende platte scheppen met lange stelen. Een heel kleintje, een schep zo groot als een dienblad en een paar hele grote. Ook ziet Charl een soort rollenbaan op wieltjes staan. Die kon wel eens gebruikt worden voor hele grote honden, of schapen, of snorro’s. ‘Dit wordt een nuttig afscheid.’ denkt Charl en in gedachten bedankt hij Marietje die nu, in haar doosje, door de jongen op het dienblad met de lange steel in de oven wordt geschoven. De temperatuur is daar blijkbaar nog heel hoog want hij ziet de doos direct in brand vliegen als Elbert de schep terughaalt. Dan wordt de ovendeur gesloten en loopt de jongen naar een bedieningspaneel naast de oven. Charl kijkt over zijn schouder mee. Er is een schakelaar met een bordje ernaast waar “EXHAUST” op staat en die staat op “ON”. De volgende schakelaar staat op “OFF”. Het bordje met de tekst “IGNITION” zegt hem ook niets. Maar dan is er een “TEMPERATURE” draaiknop waarvan Elbert met duim en wijsvinger het rode streepje van 200 helemaal naar 800 draait. Dat lijkt tenminste wel op hun oventje thuis, dus daar stel je de temperatuur mee in. ‘Goed onthouden.’ denkt Charl. Ergens achter de oven hoort Charl een zacht gesis en prompt barst er een gedempt gebulder achter de ovendeur los.
Elbert keert zich weer naar de stalen werktafel en trekt zijn trui over zijn hoofd, om vervolgens met een klein schepje in de bak met asresten van Rocky te roeren. Charl ziet tot zijn verbazing allerlei tatoeages op de armen van Elbert. Hij kan niet gelijk ontcijferen wat ze precies voorstellen, maar het lijkt wel of de jongen vanaf zijn polsen tot onder de mouwen van zijn T-shirt is volgetekend. Met de oven op temperatuur wordt het behoorlijk warm in de ruimte en Charl besluit om ook zijn jas uit te doen. Daarna gaat hij naast Elbert staan en volgt hij alle werkzaamheden oplettend. Maar zijn ogen worden telkens naar de afbeeldingen op Elberts armen getrokken. Terwijl de jongen bezig is om Rocky in een stevige plastic zak te scheppen, ontdekt Charl op een bovenarm de vijf ineen gehaakte olympische ringen. En daar vlak naast ziet hij een gele schelp met een rode rand die hem ergens wel bekend voorkomt. Op de rest van de armen herkent hij nu meer symbolen. De tekst “Just do It” waar een scherp boogje tussen staat, een ronde krul met daarin de tekst ‘Intel Inside’ en op een onderarm een driepuntige ster in een cirkel. ‘Mercedes.’ denkt Charl en ziet dan op de binnenkant van de andere onderarm, net boven de pols, de eenvoudige vorm van een huisje met een puntdak, blauw ingekleurd op de letters in klein kapitaal na die juist vrijgehouden zijn van inkt, waardoor in huid de ineengestrengelde letters van ’s lands grootste kruidenier te lezen staan, ah. Elbert heeft het logo van Albert Heijn op zijn lijf laten tatoeëren! Charl staat er vol verbazing naar te kijken als Elbert een snelle blik opzij werpt. ‘Wat kijk je nou?’ vraagt hij scherp. ‘Nou, uh, niks.’ stamelt Charl en zet een stap achteruit omdat Elbert met een wilde draai de roestvrijstalen bak van tafel tilt om hem weer naast de trechter te schuiven. Charl probeert niet meer naar de armen van de jongen te staren, maar zich te concentreren op de handelingen die hij verricht. Op de werktafel staat nog een tweede met gruis gevulde zak. Elbert heeft twee labels klaarliggen waar de namen van de trouwe viervoeters in een keurig handschrift staan geschreven. Charl herkent de krulletters meteen en ziet weer zijn vader voor zich, die de kaartjes in zijn portemonnee met zich mee droeg. Twee kaartjes met de namen Boris en Rinus in het schoonschrift van Bettina. Hij verbaasde zich daarstraks over zijn eigen onbewogenheid tot nu toe. Misschien omdat hij al samen met Vicky afscheid had genomen van Marietje, maar waarschijnlijk kwam dat omdat hij zich richtte op zijn opdracht. Zo goed mogelijk te weten komen hoe het hier in zijn werk gaat. Nu, terugdenkend aan zijn vader en de honden breekt hij opnieuw. Met twee handen voor zijn gezicht laat hij de tranen stromen. Plotseling merkt hij dat er iemand voor hem staat. ‘Ach Charlie, kom eens hier.’ zegt Bettina en ze slaat haar armen om hem heen.
Wordt vervolgd
Heel goed geschreven weer.
Duw die Elbert ook maar in de oven..wat een botte hork
Ben benieuwd hoe hij snorro het oventje in krijgt…
Kus wilco