Breedteschrijfsels I

Achterstallig onderhoud -7- Johan

De volgende ochtend is Charl er alweer vroeg uit. Geslapen heeft hij die nacht niet meer omdat alle gebeurtenissen zich tientallen keren opnieuw voor zijn ogen afspeelden. De moordpartij door de vos op hun kippen draagt hij al twee jaar met zich mee, laat staan hoe hij ooit de dood van Marietje en de daad van Vicky zou kunnen vergeten. Tegen de ochtend weet hij de heftige ervaringen even te laten overstemmen door het plan in zijn hoofd. ‘Er moeten opdrachten uitgevoerd worden.’ neemt hij zich voor. Alleen is er dit keer geen docent of chef die hem opdrachten geeft, maar zal hij zichzelf moeten aansturen. Het verhaal zoals dat vannacht in zijn fantasie ontsprong zal daarbij leidend zijn.

Als zijn wekker op zeven uur springt, staat hij op. Vicky heeft vannacht ook nog lang wakker gelegen waarbij ze snuffend en zuchtend naast hem lag, maar nu ze eenmaal diep slaapt laat hij haar rustig liggen. Hij zet het alarmknopje op haar wekker uit en sluit de slaapkamerdeur heel zachtjes achter zich. Beneden vouwt hij de dekens op die op de bank zijn achtergebleven. De doos met Marietje had Vicky voor de kachel gezet. ‘Ze is zo koud.’ had ze snotterend gestameld. Charl had er op dat moment niets van gezegd, maar nu hij de kachel weer hoger zet, kan het kattenlijfje niet binnen blijven staan. Hij ziet de eerste parallellen al ontstaan met dat andere kadaver, wat iets verderop in een garage ligt. Marietje moet naar de schuur weet hij. Daar is het koud zodat de ontbinding afgeremd wordt. De garage van Snorremans is wel onverwarmd, maar niet koud genoeg. Daar gaat hij vannacht verandering in brengen. Als hij aangekleed is, zet hij de doos in de schuur waar hij gelijk wat touw en een groot oranje bouwzeil bij elkaar zoekt. De konijnen zitten stilletjes weggedoken in hun holletjes van stro. ‘Die hebben ook vast slecht geslapen na de paniek van vannacht.’ denkt Charl. Net als Vicky laat hij ze maar met rust en trekt de schuurdeur heel zachtjes achter hem dicht.

Om acht uur belt hij naar de zorgboerderij om Vicky ziek te melden. ‘Ziek?’ vraagt Johan verbaasd. ‘Gisteren heeft ze heel de stal nog leeggeruimd en voordat ze naar huis ging, zaten ze met z’n allen te handje drukken. Drie keer raden wie er weer won?’ Charl luistert naar de begeleider van de groep en zegt dan ‘Nou, gisteravond wilde ze niet eten. Ik denk dat ze griep heeft, of zo.’ Johan is even stil. ‘Ja, dat kan natuurlijk. Nou, wens haar maar beterschap en als ze beter is dan hoop ik haar snel weer te zien.’ ‘Ok, doei.’ zegt Charl en legt snel de hoorn neer. Telefoongesprekken vindt hij altijd lastig. Je weet nooit wat iemand zegt en je kan ook niet zien hoe iemand het bedoelt, als ze wat zeggen. Met iemand die voor je staat kan je tenminste zien wat ze willen. Hierbij moet hij gelijk weer aan vannacht terug denken en aan de dreigende en minachtende houding van de kerel. ‘Tja, bij een lastig telefoongesprek hang je de hoorn er op,’ denkt hij, ‘en bij een lastig gesprek midden in de nacht draai je gewoon iemand zijn kop er af.’ Hoofdschuddend denkt hij aan Vicky. Ergens is hij ook wel trots op haar. Dat ze zo opkomt voor alles wat haar lief is. En dat ze hem misschien wel gered heeft van die klootzak met zijn pistool. Des te meer is het reuzebelangrijk om zijn plan ten uitvoer te brengen. Daarmee kan hij Vicky weer beschermen. En dat is precies wat hij gaat doen.

Nadat hij Vicky wakker heeft gemaakt en een beker koffie op bed heeft gebracht, gaat hij naar het dorp. Hij heeft zich voorgenomen gewoon de dingen te blijven doen die hij anders ook zou hebben gedaan. Als hij nu niet op de markt zou verschijnen dan gaan de mensen zich misschien afvragen wat er aan de hand is. En pottenkijkers kan hij voorlopig niet gebruiken. Hij laadt zijn fietstassen vol met aardappelen en groenten. Een nieuwe stronk andijvie voor de konijnen en nog wat verse spullen. Bij de bakkerskraam koopt hij een heel bruin gesneden en twee roombotercroissants. ‘Die zijn voor zondagmorgen.’ zegt Charl tegen het meisje dat hem helpt. Bij de super haalt hij wat boodschappen waar hij bij de kassa een kort praatje aanknoopt met juffrouw Ellie. Als laatste loopt hij nog even langs de bloemenstal. In de winter wordt er niet zoveel kleurigs verkocht, maar hij ziet wel een mooie witte winterroos. ‘Die doen het goed hoor.’ zegt Jan de Blommenman. Zo noemt Charl hem ook altijd want het staat per slot van rekening met grote letters op het bestelbusje, waar alle bloemen en planten mee naar de markt gebracht worden. ‘Je kan hem vandaag nog in de volle grond zetten. Ook al bevriest vannacht alles dan nog heb je er nog tot in april mooie blommen van.’ ‘Dat is fijn Jan, wat kost er ééntje?’ Wanneer hij heeft afgerekend verzamelt hij alles op zijn fiets en dan gaat hij weer op weg naar huis. ‘Zo, niks aan het handje.’ zegt hij tegen zichzelf als hij het dorp uitfietst.

Eenmaal thuis helpt hij Vicky met opstaan waarna ze samen aan de eettafel een boterhammetje smeren. Als ze een stukje brood heeft doorgeslikt zegt Vicky ‘Ik hoorde je roepen in de tuin.’ Charl kijkt haar aan. ‘Vannacht bedoel je?’ Ze knikt. ‘En toen?’ Charl wil een beetje voorzichtig te werk gaan want als Vicky echt hele delen vergeten is dan is dat beter voor haar. En voor hem waarschijnlijk ook. ‘Toen ben ik opgestaan en ben ik je gaan zoeken.’ ‘Ja, je hebt me gelukkig gevonden hè.’ Vicky knikt en kijkt hem met grote ogen aan. ‘Gelukkig waren we weer snel thuis.’ zegt hij maar hij ziet dat Vicky haar ogen tot spleetjes knijpt. ‘Ik heb alles gehoord hoor. Dat hij jou pijn wilde doen. En dat hij lelijke dingen over mij zei.’ Charl kijkt haar bedrukt aan. Hij had gehoopt dat ze de man uit haar geheugen had gewist. ‘En toen hoorde ik jou zeggen dat Marietje dood was. Ik zag die vent met zijn lampje voor me staan en toen, en toen…’ In haar hand knijpt ze een halve boterham fijn waarbij boter en pindakaas tussen haar vingers uitpulpt. Haar vertrokken gezicht veranderd terug in een verbaasde uitdrukking. Ze peutert een broodkorstje los uit haar weer geopende hand en kijkt dan zoekend rond. Als ze doorheeft dat er geen poes meer is die op een hapje wacht, barst ze in huilen uit.

Wordt vervolgd

One comment on “Achterstallig onderhoud -7- Johan

Reageer