Breedteschrijfsels I

Achterstallig onderhoud -3- Reinaert

Die avond liggen Vicky en Charl al vroeg op bed. Vicky slaapt alweer terwijl Charl probeert uit te rekenen hoeveel stroken er uit een grote plaat hout gezaagd kunnen worden. Hij had vanmiddag nog even de schuur opgemeten en had in totaal elf meter hout nodig. Maar zo’n plaat is misschien twee meter lang. Dan besluit hij het gewoon in de bouwmarkt te vragen. Die kunnen hem vast prima helpen. Hij doet het bedlampje uit en draait zich op zijn buik. ‘Slapen nu.’ denkt hij.

Hij wordt wakker van een geluid. Wat het precies is, weet hij niet, maar opeens ligt hij met zijn hoofd iets van zijn kussen gelicht naar het donker te luisteren. Hij kijkt naar de rode cijfers van zijn wekker en ziet dat het kwart voor twee is. Hij zucht eens diep en laat zijn hoofd weer in zijn kussen zakken. Het zachte ruisen van Vicky’s adem is het enige wat er te horen is. Dan denkt hij aan zijn konijnen en de vos. Meteen is hij klaarwakker. Dat geluid, zou het…? Voorzichtig stapt hij uit bed en sluipt de trap af. Hij maakt geen licht, maar loopt op blote voeten naar de achterdeur. Daar tuurt hij in het duister naar buiten, maar in de donkere tuin is niets te zien. Langzaam en zo stil mogelijk draait hij de sleutel van het deurslot om en schuift hij de knip opzij. Tijd om zijn jas aan te trekken heeft hij niet, maar op blote voeten naar buiten vindt hij toch echt te koud. Voor de bank ziet hij de grote pluizige sloffen met een bonte tijgerprint van Vicky staan. Hij trekt ze aan zijn voeten en loopt dan zo stil mogelijk naar de schuur. Als hij bij de deur staat denkt hij ‘Nee, ik moet eerst de vluchtweg blokkeren.’ Hij begint aan een omtrekkende beweging om de schuur. Als hij er bijna is, kijkt hij eerst voorzichtig om het hoekje. In het donker is het bijna niet te zien, maar… ligt die dakpan nou echt plat op de grond? Nu hij de pan ziet kan hij zich voorstellen wat voor geluid het maakt als de pan om zou vallen. En dat is precies het geluid waar hij van wakker schrok. Die smerige vos is in zijn schuur bij de konijnen.

Hij moet snel handelen. In twee grote stappen is hij bij de dakpan die hij snel oppakt en overeind zet, voor het gat in de schuur. Terwijl hij zijn voet er tegenaan zet, kan hij met een uitgestrekte arm net de kruiwagen pakken die daar bij de composthoop is blijven staan. Hij draait de kruiwagen ondersteboven en legt hem klem voor de dakpan. ‘Zo, Reinaert dacht slim te zijn, maar hij kan nu geen kant meer op.’ denkt Charl, waarbij hij onwillekeurig even terug moet denken aan de verhalen die zijn oma vroeger voorlas. Nu snel naar de schuurdeur, maar hij heeft nog iets nodig om die vos dood te slaan. De platte schep! Natuurlijk! Maar die staat in de schuur om de hoek. Dat betekent dat hij snel moet handelen. In gedachten ziet hij het voor zich. Grendel openschuiven. Deur op een kier, arm naar binnen steken om de schep te pakken en dan, met het wapen in de aanslag, de deur iets verder openen. Die vos moet dan wel op de vlucht slaan en dat kan alleen maar door de kier van de deur. Eén harde mep moet voldoende zijn om die rotzak van de wereld te helpen. De grendel schuift wat moeilijk, maar zodra de deur iets geopend is probeert hij met graaiende hand de steel van de schep te vinden. Niets. Iets verder misschien. Inmiddels is zijn arm tot aan zijn schouder in de schuur verdwenen, maar nog altijd niets. Dan ziet hij opeens de steel weer voor zich. Een paar maanden geleden was de steel, net boven de schep, afgebroken bij het graven in de tuin. Met de zaag had hij toen de steel ingekort en bijgepunt zodat hij er zeker nog een jaar mee kon werken, zonder een nieuwe dure schep te hoeven kopen. Lager! Hij moet lager voelen. Ja! Daar raakt zijn elleboog het korte horizontale handvat boven op de steel. Maar door deze onverhoedse aanraking begint de schep te schuiven. Met een schrapend geluid valt hij om. In de schuur hoort hij de konijnen rommelen en stampen in hun hokken. Ook hoort Charl de vos in paniek rondrennen. In een laatste poging opent hij de deur iets verder. Hij bukt en vindt gelukkig direct de schep. Hierbij stoot hij de deur nog iets verder open. Geen moment te verliezen. Hij heft de schep boven zijn hoofd en ziet in de schuur iets bewegen. Hij slaat met volle kracht, maar raakt alleen de cementen vloer. Niet alleen de konijnen zijn in paniek, maar Charl raakt nu zelf ook over zijn toeren. Met een harde grom gooit hij de deur helemaal open en maait met zijn slagwapen over de grond. Dan schiet de schim van de vos onder de zwaaiende schep door en vlucht tussen de benen van Charl door naar buiten. ‘Nee!’, roept Charl en draait zich vliegensvlug om. Met de schep haalt hij uit, maar het is te laat. De vos rent door de tuin op weg naar het openstaande hekje. Zijn vluchtweg ligt voor hem open. In een uiterste poging de vos te raken, werpt hij de schep als een speer achter het beest aan, maar het stuk tuingereedschap belandt in de heg. De vos rent door het tuinhek de weg op en daar blijft hij als bevroren staan. Charl ziet de zwarte schim langzaam opgloeien. Het is alsof de zon opgaat, waarbij de vos in het ochtendlicht met geheven kop verlicht wordt. De rode kleur van de vos wordt zichtbaar. Rode vlekken, zwarte vlekjes, witte vlekjes. Charl is verstard in zijn beweging en ziet de vos langzaam transformeren in de kleuren van Marietje, de lapjeskat. ‘TjikTjik’ doet zijn tong als vanzelf. De ogen van de poes lichten op in het aanstormende licht en dan wordt het beestje weggevaagd door een grote lage zwarte schim die als vanuit het niets bijna geruisloos voorbij raast. 

Wordt vervolgd

3 comments on “Achterstallig onderhoud -3- Reinaert

  1. Ooow wat erg dit..arme Marietje ze zal het niet overleefd hebben door zo’n snelheidsmaniak.
    Vicky had haar nog naar buiten gelaten en vergeten om weer naar binnen te roepen.Ze had vast een warm plekje in de schuur gezocht.

Reageer