Breedteschrijfsels I

De Stroom -21- Tippie van Tinie

2e refrein – Vervolg

In de eerste week van maart trekt Jarno de deur achter zich dicht. Zojuist heeft hij de sleutels overgedragen en is het huis niet meer van hem, niet meer van Theo, maar weer van de woningbouw. Hij keert zich nog één keer om naar het huis en bedenkt zich wat er de laatste maanden allemaal heeft afgespeeld.

Zojuist nog had de opzichter goedkeurend geknikt toen ze een rondje door het huis maakten. Alle kamers waren leeg en schoon. Het was weer een heel karwei geweest, maar hij had voor iedere kamer soms wel een week of langer uitgetrokken. In het verkopen van meubels en snuisterijen had hij weinig ervaring, zodat de hulp van Naomi heel welkom was geweest. Niet alleen het sorteersysteem had goed gewerkt, maar een dag later was ze met een nog veel beter idee gekomen. ‘We gaan zorgen dat de schuur helemaal leeg is vandaag.’ Jarno had haar vreemd aangekeken want ze hadden de schuur, de avond ervoor, juist helemaal vol gezet met een berg dozen in alle categorieën BVWP. ‘Ja natuurlijk, alles naar de kringloop en de stort.’ zei hij. Naomi stak haar hand op. ‘Nee, dat gaan we niet meer doen. Luister, ik heb een heel goed plan.’ Waarna ze Jarno had uitgelegd wat de bedoeling was. Vervolgens gingen ze voortvarend aan de slag. Voordat het zaterdag was hadden ze alles geregeld en stond de woonkamer weer vol met de dozen die daarvoor in de schuur hadden gestaan. Behalve dan het afval, want daar hadden ze donderdagmiddag toch nog een vrachtje van naar de vuilstort gebracht. Vrijdag moest Naomi werken, maar ze had Jarno opdracht gegeven om die dag de briefjes in de supermarkt op te hangen. Zaterdag zou fase twee van het plan ten uitvoer worden gebracht.

Op zaterdagochtend negen uur zette Naomi in de keuken het koffieapparaat aan, terwijl Jarno de tuinpoort van slot deed en wijd openzette. Daarna pakte hij het houten paaltje waar hij aan de bovenkant met plakband een kartonnen bord had bevestigd. Hij liep er mee naar het einde van de brandgang en prikte het paaltje in de groenstrook naast de stoep. Achter hem kwam Naomi uit de tuinpoort gelopen en kwam naast Jarno staan. Samen bekeken ze de tekst die sierlijk op een wit vel papier was geschreven en waar Naomi nog wat bloemetjes bij had getekend. Het was dezelfde tekst die Jarno de dag ervoor op het prikbord bij de supermarkt had gehangen. 

Brocante
Verkoop uit de schuur
Iedere zaterdagochtend
van 9 tot 12 uur

Gratis koffie!

In de supermarkt hingen briefjes met het adres er onder geschreven, maar onder dit bord had Jarno een grote rode pijl bevestigd die de brandgang in wees. Hij keek Naomi trots aan die allebei haar duimen in de lucht stak. ‘Nu maar wachten op de eerste klanten.’ zei ze.

Die eerste ochtend hadden ze slechts drie bezoekers. Blijkbaar werd het prikbord niet zo heel goed bekeken door de buurtbewoners. Maar de mensen die in de schuur kwamen, scharrelden nieuwsgierig rond tussen alle meubels en spulletjes die Jarno en Naomi hadden uitgestald. Het was nog maar een klein deel van alles wat in huis te vinden was, maar ze wilden mondjesmaat de inboedel verkopen. En daarbij was de schuur ook niet zo heel groot dus moesten ze keuzes maken. Naomi had de grote tafel netjes gedekt en vervolgens servies, bestek, de ouderwetse brooddoos en allerhande gereedschap uitgestald. De avond ervoor had ze wat overgebleven bloemen langsgebracht die nu, in de vazen en kannen van Theo, tussen de netjes opgepoetste spulletjes stonden. Ze hadden een grote schemerlamp en de ouderwetse hanglamp uit de woonkamer van Theo in de schuur opgehangen, zodat deze gezellig verlicht was. Een boekenkast gevuld met boeken en tijdschriften had Jarno tegen de wand geplaatst en daarnaast had hij een plekje gevonden voor de kapstok uit de gang, waar ze netjes op een rijtje wat jassen en werkkleding van Theo hadden opgehangen. Een oud petroleumkacheltje, wat al in de schuur had gestaan, hield hen nu warm, want de winter was per slot van rekening nog maar net begonnen. Die middag hadden ze nog net geen dertig euro verdiend. De eerste bezoeker kocht voor vier euro een van de bloemenvazen. ‘Maar dan wil ik wel de bloemen erbij hebben.’ had hij gezegd. Toen de koper met zijn boeket in vaas was verdwenen, verzuchtte Naomi ‘Die bos kost bij ons in de winkel normaal gesproken al een tientje.’ ‘Dat gaan we dus niet meer doen.’ viel Jarno haar bij. De tweede bezoeker kocht gelukkig een hele rits boeken en een mooie gevoerde jas, wat meteen vijfentwintig euro aan inkomsten betekende. Daarna was het een tijdje stil. Op het eind van de ochtend kwam er echter toch nog een mevrouw met een opvallende bos rood haar binnen. Ze neusde wat door alle spulletjes, kreeg van Naomi een beker met koffie waar ze graag melk en suiker in wilde, zodat Jarno de pot melkpoeder uit de keuken kon halen. Onder het roeren van haar met drie scheppen suiker en net zoveel scheppen poeder volgeladen beker koffie vroeg ze van alles en nog wat aan Naomi en Jarno. Wie hier woonde en van wie die spullen waren. Of ze dat van die brocante zelf hadden bedacht en hoeveel zaterdagen ze nog dachten te verkopen. Toen ze steeds kortere antwoorden kreeg op alle nieuwsgierige vragen die ze stelde, besloot ze haar koffie in één teug op te drinken en vervolgens met een korte groet de schuur te verlaten. Naomi en Jarno keken elkaar eens aan. ‘Dat was Aagje.’ zei Naomi. ‘Aagje? Ken je haar dan?’ ‘Ja natuurlijk, nieuwsgierig Aagje.’ Jarno lachte ‘Volgens mij is het de dochter van mevrouw de Vries.’ ‘Daarvoor praatte ze iets te netjes, maar het is wel jammer dat mensen hier koffie komen drinken, maar dan niets kopen.’ ‘Ik denk dat ze dat al heel vaak gedaan heeft.’ zei Jarno. ‘Hoezo?’ ‘Nou van te veel koffie drinken krijg je toch rood haar?’ Ze lachten allebei nog wat en wachtten het laatste uurtje of er nog klanten kwamen, maar dat bleek tevergeefs.

De daaropvolgende week ruimden ze weer verder op in het huis en kwamen er nog veel meer spullen bij die in de verkoop konden. Toch twijfelden ze of de Brocante wel een goed idee was. ‘We gaan het nog één keer proberen.’ zei Naomi. ‘Ik heb met Joanna geregeld dat ik deze week drie dagen achtereen werk, zodat zij dan de zaterdag weer in de winkel staat.’ De dagen dat Jarno alleen was knapte hij wat klusjes op in huis en ging hij bij Petrus kijken. Die lag rustig aan de steiger op nieuwe avonturen te wachten. Op vrijdag ging hij naar het plein om wat boodschappen te halen voor het avondeten en liep hij bij de bloemenwinkel naar binnen. Daar was het rustig zodat hij even met Naomi kon bijkletsen. ‘Ik neem weer wat bloemen mee en misschien moeten we nog meer boeken in de kast zetten. Die verkochten tenminste wel vorige week.’ ‘Ja. En ik heb een pakje koekjes gekocht voor bij de koffie.’ zei Jarno. Het belletje van de deur rinkelde. Dit keer was het geen klant die binnenkwam, maar een jongen van een jaar of veertien. Hij legde een stapeltje bontgekleurde folders op de toonbank en liep zonder iets te zeggen de deur weer uit. Naomi werkte ondertussen aan een boeket, terwijl Jarno door de folders bladerde. ‘Wat ga jij met de kerstdagen doen?’ vroeg hij. ‘Hoe kom je daar nou zo opeens bij?’ ‘Nou, deze folders staan vol met etenswaren en glitterjurken en vlinderdasjes. Misschien kunnen we samen iets gaan doen.’ ‘Ja leuk,’ zei Naomi, ‘maar op eerste kerstdag ga ik bij mijn zus op visite. Het is goed dat je erover begint, want ik moet nog cadeautjes kopen voor mijn nichtjes.’ ‘Je zus?’ vroeg Arno. ‘Hoe heet je zus eigenlijk…, Aagje?’ Die laatste naam sprak Jarno verbaasd uit, waarop Naomi hem met nog meer verbazing aankeek. ‘Wat bedoel je, Aagje? Mijn zus?’ Jarno keek op. ‘Hè? Nee joh, hier, Aagje staat in de krant.’ Hij had het wekelijkse huis-aan-huisblad wat tussen de folders zat opengeslagen en liet een foto zien van de mevrouw met de rode bos haar. Naast de foto stond met dikke letters de naam van de rubriek gedrukt: “Tippie van Tinie”. Terwijl Jarno het artikel las, viel zijn mond open van verbazing. Naomi zag het gebeuren en schoof aan zijn zijde om ook te kunnen lezen.

‘Mijn Tip van de week gaat over een heuse brocante waar je voor weinig geld je slag kan slaan. U hoeft er de stad niet voor uit dus geen zonnige rommelmarktjes in oude Franse dorpjes of een garage sale in een suburb van New York. Nee, in onze wijk openen Jarno en Naomi iedere zaterdagochtend hun gezellige schuurtje waar mooie oude spulletjes uitgestald staan voor de verkoop. En als extra Tippie van Tinie zeg ik: proef de heerlijke koffie die het jonge stel gratis schenkt aan iedere bezoeker!’

Ze keken elkaar beduusd aan. ‘Tinie heet ze.’ Naomi knikt en zegt ‘Tippie van Tinie. En wij gaan morgen zaken doen!’ Ze geven elkaar een high five en een dikke zoen. De afspraak was dat ze dat in de winkel niet zouden doen, maar vandaag staan ze in de krant en dan mag alles.

Dankzij het artikel namen de zaterdagse verkoopochtenden een vlucht. Het leek wel of er iedere zaterdag meer mensen in het schuurtje kwamen neuzen. Mevrouw de Vries kwam ook een keertje langs en toen ze het tuinbankje zag, moest ze weer een traantje laten. ‘Op dat bankie heb ik heel wat keerties koffie gedronke met Theo. Ik zat maar te kletse terwijl hij de vogelties voerde.’ ‘Zou u dat bankje dan niet willen hebben, mevrouw de Vries?’ vroeg Jarno. Ze keek hem met natte oogjes aan. ‘Wat mot dat dan koste?’ ‘Helemaal niets, ik denk dat Theo het maar wat fijn had gevonden als u nog eens op dat bankje in de zon kan zitten.’ Nog diezelfde middag sjouwde Jarno het bankje naar de tuin van mevrouw de Vries waar ze hem een mooi plekje wees waar hij het neer kon zetten.

Rond het einde van iedere maand belde Manuel om de stand van zaken door te nemen. Hij was ook aangenaam verrast dat de verkopen zo goed gingen. ‘Heel fijn dat de spulletjes en meubels van mijn vader op deze manier weer in gebruik worden genomen.’ In het gesprek van eind januari vertelde hij dat er begin februari een houten transportkist gebracht zou worden die een week later weer zou worden opgehaald. ‘Als je daar alle documenten en bewaarde zaken in wil doen dan zorgt dat bedrijf ervoor dat het naar mijn adres in Portugal wordt gebracht.’ Toen de lege kist werd afgeleverd legden Naomi en Jarno de dossiermappen met documenten en papieren er netjes in. Ook wat fotoalbums en een bundeltje handgeschreven brieven gaven ze, verpakt in een paar theedoeken, een plaatsje. Dan had Naomi nog twee bijzondere voorwerpen gevonden in een lade van de dressoirkast die op de slaapkamer van Theo had gestaan. Het eerste was een dagboek wat Theo als kleine jongen had bijgehouden tijdens de tweede wereldoorlog. Het dagboek lag op een stapel oude kindertekeningen. Op een aantal van de tekeningen had de jeugdige krabbelaar zijn naam met onregelmatige kraaienpoten geschreven. ‘Manuel’ was er te lezen. Op andere tekeningen, waarop vaak bloemen en vogels te herkennen waren, stond in kleine ronde lettertjes de naam ‘Gabriela’. Jarno en Naomi hadden de tekeningen stilletjes bekeken, waarna ze het stapeltje goed verpakten en een veilig plekje gaven in de kist. Jarno bedacht zich dat het te laat was om meer te weten te komen over het verleden van Theo. Ook vermoedde hij dat, indien Theo nog had geleefd, hij waarschijnlijk toch ook niet alles aan hem zou hebben verteld. Hij sloot de transportkist en besefte dat hier het bestaan van Theo zich scheidde van zijn eigen bestaan.

En zo staat Jarno op die vierde maart alles nog eens te overdenken op de stoep voor het huis. Dan schrikt hij op van het getoeter van een auto vlak achter hem. Naomi heeft in de bus van Bert op hem gewacht. Ze hadden eerst de laatste dingen ingeladen, waarna Jarno de sleuteloverdracht in het huis heeft gedaan. Hij draait zich om en stapt bij Naomi in het busje. ‘Alles goed gegaan?’ vraagt ze. ‘Ja hoor, rijden maar.’ antwoord hij. Ze rijden nog één keertje naar de kringloopwinkel om twee kleine dozen met overgebleven spulletjes weg te brengen. De oude matras gooien ze in een container op de stort, waarna ze de bus weer terugbrengen naar de bloemenwinkel. Hoewel het nog vroeg in de middag is, hadden ze met Suzy afgesproken dat ze langs mochten komen. In het restaurant komt Jin uit de keuken met vier kommen soep en een schaal loempiaatjes. Ze praten met elkaar over de afgelopen maanden. Jin moet alweer snel de keuken in omdat er allerlei voorbereidingen gedaan moeten worden voor de drukke avond. Suzy laat Jarno en Naomi even alleen. ‘Is het niet te koud op de boot?’ vraagt Naomi. ‘Ik ben wel wat gewend hoor. En het is heerlijk slapen op het water. Het is net als kamperen, je leeft bijna heel de dag buiten.’ ‘Hm, ik heb nog nooit gekampeerd.’ zegt Naomi. Jarno kijkt haar vanonder zijn wenkbrauwen aan terwijl hij een hapje neemt van een loempiaatje. ‘Waarom ga je in de vakantie niet meevaren?’ vraagt hij dan. ‘Op vakantie?’ reageert Naomi verbaasd. ‘Ja, lijkt me heel gezellig. En dan kan je het eens proberen, of het je bevalt.’ Naomi schudt even licht met haar hoofd en kijkt met gefronste wenkbrauwen Jarno aan. ‘Of wàt me bevalt, jij?’ Jarno schiet weer eens in de lach. Hij vindt Naomi soms ontzettend slim en doortastend, maar op dit soort momenten kan ze juist weer naïef over komen. ‘Nee gekkie, het kamperen natuurlijk!’ roept hij. Naomi denkt even na en zegt dan ‘Dat lijkt me wel wat, een poosje op pad met jou. Dan kan ik gelijk eens kijken of jij een P of een B bent. Nu kijkt Jarno op zijn beurt een beetje onnozel, maar dan klaart zijn gezicht op. ‘Bewaar me alsjeblieft.’ zegt hij. 

2e Refrein wordt vervolgd

3 comments on “De Stroom -21- Tippie van Tinie

  1. Hier had ik ook wel even willen rond snuffelen tussen al die spulletjes van Theo en de gezelligheid van Jarno en Naomi.
    Ik denk ook dat het een B wordt

  2. Leuk de winter doorgekomen.Het zit wel goed tussen Naomi en Jarno. Ze boffen wel met alle hulp .Misschien omdat ze zelf zo positief zijn. Wie goed doet, goed ontmoet. Groeten van Ma.

Reageer