3e Couplet
‘Met Jarno?’ Aan de andere kant blijft het even stil, maar dan zegt een mannenstem ‘Goedemorgen, met Jin Ju Pan van Paradise Garden. U had toch eten besteld?’ Jarno is even met stomheid geslagen en kan alleen maar uitbrengen ‘Eten besteld, ik?’ ‘Ja meneer, u bent het dus. Ik heb u gevonden, maar ik heb droevig nieuws voor u.’ Jarno snapt nog steeds niet zo goed wie hem nu belt en waar het over gaat. ‘Paradise Garden zegt u, maar het is half acht in de ochtend. Ik heb niets besteld.’ ‘Jawel meneer, het spijt mij, maar die meneer uit uw huis is dood.’ ‘Dood?’ denkt Jarno. Hij wacht een paar tellen en vraagt dan met zachte stem ‘Wie is er dood?’ ‘Mijn excuses meneer. Heet de man Theo? Klopt dat? Die is overleden. Gisteravond in het ziekenhuis.’
Aan het eind van de middag wordt het, zoals iedere dag, drukker met bestellingen. Zodra de telefoon rinkelt, wacht Suzy op het tweede gerinkel en neemt dan de hoorn op. Voor haar ligt een stapeltje menufolders waar ze voor elke bestelling er eentje afpakt en kruisjes zet bij de gerechten die de klant besteld. ‘Met Paradise Garden, goedemiddag.’ zegt ze. ‘Hallo, ik wil graag nasi bestellen.’ hoort ze een zachte, krassende stem zeggen. ‘Eén portie nasi goreng meneer, anders nog iets?’ ‘Ja, die kleine loempiaatjes met die lekkere rode saus.’ ‘Eén portie mini loempia’s met Mao-saus. Anders nog iets meneer?’ ‘Nee hoor, dankuwel, dat is het.’ ‘Wat is uw naam?’ vraagt ze. ‘Theo.’ antwoord hij kort. ‘Komt u het afhalen, of wilt u het bezorgd hebben?’ is haar laatste vraag terwijl ze op haar display het telefoonnummer bekijkt en op de achterkant van het bestelformulier noteert. ‘Bezorgen alstublieft.’ zegt Theo, waarna ze zijn adres op de folder erbij schrijft. ‘We komen het over een half uurtje brengen meneer, de prijs is veertien euro vijftig.’ De man aan de andere kant bedankt haar, waarna ze de hoorn weer neerlegt. De menufolder met alle aangetekende informatie legt ze opzij, naast drie andere. ‘Jin,’ roept ze, ‘nieuwe bestellingen voor jou.’ Haar man komt uit de keuken en pakt de folders. Hij zorgt ervoor dat de twee koks alle gerechten klaarmaken, waarna hij ze inpakt en in een tasje verzameld. Bij elke bestelling stopt hij de bijbehorende folder waar het adres op staat en dan roept hij naar Suzy ‘Volgende ronde, tot zo!’ Suzy wuift met haar hand waarin ze een pen vastheeft. Ze is alweer druk bezig de volgende bestelling per telefoon op te nemen.
In zijn hoofd heeft hij de route al gemaakt toen hij bezig was met inpakken en de adressen lezen. De eerste bestelling is voor een adres hier in de buurt. Zodra hij voor nummer 54 stopt, herkent hij het huis. Hier is hij wel eens eerder geweest. Bij die jongeman die hem een flinke fooi gaf. Hij pakt het tasje uit de bak op de achterbank en belt aan. Het duurt even voor er wordt opengedaan. Als het te lang duurt belt Jin nog een keer, terwijl hij goed luistert of er binnen een deurbel te horen is. Waarom doen ze niet open? Hij klopt op de deur en belt voor een derde keer. Geen reactie. Hij wil teruglopen naar zijn auto om het op de terugweg nogmaals te proberen, maar dan ziet hij het venster. Hij klopt op het raam en kijkt met een hand boven zijn ogen naar binnen. Hij ziet geen enkele beweging en wil alweer in beweging komen, als hij een gestalte op de bank ziet liggen. Hij klopt nogmaals op de ruit, veel harder dan de vorige keer, maar de man die daar ligt reageert niet. Jin staat even besluiteloos met het tasje in zijn hand. Dan pakt hij zijn telefoon en belt het alarmnummer van de politie.
Tijdens zijn bezorgronde denkt Jin alleen maar aan de man van nummer 54. Hij heeft nog even gewacht bij het huis, maar besloot om toch maar zijn andere bestellingen te gaan bezorgen. Dat ging vlot, ook al lagen de laatste twee adressen ver uit elkaar. En nu, op de terugweg komt hij onverwacht in een verkeersopstopping terecht. ‘Kom op, rij nou door.’ prevelt hij, waarna hij omkijkt naar de bak op zijn achterbank waar nu alleen nog het witte tasje voor Theo staat. Als hij het huis nadert ziet hij niet alleen een politiewagen staan, maar ook een ambulance. Aan de ene kant schrikt hij van de gearriveerde hulpverleners, maar tegelijk denkt hij dat de meneer nu wel alle hulp krijgt die hij nodig heeft.
Hij parkeert zijn auto ruim achter de ziekenwagen om vooral niet in de weg te staan en stapt dan uit. Op de stoep iets verderop staan wat mensen in een groepje naar het huis te kijken. Als Jin naar de voordeur loopt, ziet hij dat deze open staat. Naar binnen gaan durft hij niet dus blijft hij gespannen wachten. Vanuit de huiskamer hoort hij druk overleg en dan komen de ziekenbroeders met een brancard op wieltjes de gang in gereden. Jin doet een stap opzij en ziet de eerste broeder de brancard over de dorpel tillen en daarna weer op de stoeptegels zetten. Dan rijdt langzaam het bed aan Jin voorbij. Eerst een deken waaronder twee voeten een paar hulpeloze bultjes opduwen. Dan een knipperend apparaat waaruit kabels tot onder de deken naar het lichaam lopen van de man die op de brancard ligt. Jin ziet de lachende en vriendelijke jongeman van enige tijd geleden nog vaag voor zich. Blonde krullen en een vriendelijke blik. Wat verschrikkelijk dat iemand die zo jong is dit moet meemaken. Op de teruggeslagen deken liggen zijn handen, vol vlekken en rimpels. ‘Maar,’ denkt Jin, ‘dit zijn de handen van een oude man.’ Dan wordt de brancard bij het hoofdeinde opgetild en neergezet, zodat het gezicht van de man voor Jin zichtbaar wordt. Een vermoeid en mager gezicht met verwarde grijze haren. De ogen zijn gesloten en liggen diep in hun kassen. Voor hij iets kan zeggen of vragen is de man aan hem voorbijgereden op weg naar de ambulance. Jin volgt hem met zijn blik en ziet het onderstel van de brancard ingeklapt worden op het moment dat het geheel naar binnen wordt geschoven. Dan hoort hij achter zich een stem ‘Meneer wat doet u hier?’ Jin kijkt weer voor zich en ziet een politieagente door de gang naar hem toe komen. ‘Geen pottenkijkers alstublieft, loopt u gerust door dan kunnen wij ons werk doen.’ Jin schraapt zijn keel en zegt ‘Mijn excuses mevrouw, maar ik heb u gebeld. Het alarmnummer, weet u wel.’ De agente kijkt hem aan. ‘O, dat is een goede call geweest van u. Dankuwel. Maar als u nu wilt gaan dan kunnen wij de boel afsluiten.’ ‘Jazeker, ja, dankuwel voor uw hulp.’ zegt hij. ‘Marian, je porto ligt hier nog hè!’ roept een stem vanuit de woonkamer. De agente wuift met een hand naar Jin dat hij moet doorlopen, draait zich dan om en loopt de gang in. Hij staat haar wat beduusd na te staren. ‘Die oude man, woont die hier? Maar zijn zoon, nou kleinzoon eerder, waar is die?’ Voor Jin is alles even een waas en hij staat daar als versteend. Achter hem zet de chauffeur van de ambulance zijn sirene aan waarna de wagen beheerst, maar toch met een flinke vaart wegrijdt. Jin schrikt van het lawaai en komt weer tot bezinning. Zijn ogen vallen op het bord wat in de gang naast de voordeur hangt. Tussen andere papieren en kaartjes ziet hij met mooie rode letters de woorden “Paradise Garden” staan. Daar hangt de menufolder van zijn restaurant. Hij snapt meteen dat het de bestellijst is van de vorige keer. De bestelling die door die jongeman is gedaan en betaald. Heel voorzichtig zet hij één stap over de drempel, de vloer kraakt, maar binnen hoort hij de agenten doorgaan met hun overleg. Hij neemt nog een stap en kan dan de folder beetpakken en met een snelle beweging lostrekken. Snel bekijkt hij de achterkant en ziet waar hij op hoopte. Dan trekt een kleine beweging op de vloertegels in de gang zijn aandacht. Daar rolt de losgetrokken punaise tegen de plint en blijft dan liggen, met zijn pinnetje omhoog. Jin hoort in de woonkamer wat onverstaanbaar geruis. Dan zegt de agent duidelijk hoorbaar ‘Dat is begrepen meldkamer… ambu is zojuist vertrokken… wij verlaten nu de woning… Over en sluiten.’ De twee agenten lopen de gang in en passeren een prikbord waar precies in het midden een punaise is geprikt, zonder iets eronder. Ze stappen naar buiten en doen achter zich, met de huissleutels van Theo, de deur op slot. Vier meter verderop staat Jin met in zijn hand de bestelfolder.
3e Couplet wordt vervolgd
Ow arme Theo wat triest 🙁
Maar goed dat hij nog eten kon bestellen en Jin actie ondernam anders had hij daar eenzaam en dood in zijn huis gelegen.
Mooi weer hoor Menno X
Ondanks je vakantie gaat het verhaal toch door. Alleen Theo stopt ermee. Daag gr Ma
Brok in de keel…
Kus
Wilco