2e refrein – Vervolg

Na de lunch stelt Naomi voor om de bestelbus van Bert een uurtje te lenen. Dan kunnen ze de dozen inladen en naar de kringloopwinkel en de vuilstort rijden. ‘Jij houdt wel van aanpakken zeg. Ik ben echt heel blij met je hulp.’ zegt Jarno, terwijl hij de nieuwe lege dozen voor het raam in de woonkamer op een rij zet. Naomi stapt op hem af en gaat recht voor hem staan. ‘Lief dat je dat zegt, dankjewel.’ Ze kijken elkaar elkaar even aan en Jarno zet een klein stapje naar voren. In zijn blauwe ogen ziet ze zijn pupillen vergroten en zijn mond zakt een beetje open. Hij ziet kleine groene spikkeltjes in haar donkerbruine irissen en haar wimpers zijn zo lang en sierlijk. Hij strijkt een lokje van haar zwarte haar voorzichtig van haar voorhoofd. Dan knijpt Naomi haar ogen een beetje dicht, terwijl ze haar blik naar het bovenste knoopje van Jarno’s overhemd verlegd. ‘Hé, wat zit daar nou?’ zegt ze, terwijl ze met haar wijsvinger naar zijn borst beweegt. ‘Wat?’ zegt Jarno en kijkt met zijn kin op zijn borst naar beneden wat er te zien is. Op hetzelfde moment schiet haar hand omhoog om een zacht tikje, ‘Koekoek!’ onder zijn kin te geven. Terwijl Jarno verschrikt achteruit stapt schaterlacht ze en zegt ‘Tot zo!’ waarna ze naar de voordeur snelt en op weg gaat naar de bloemenwinkel. Jarno ziet haar door het raam voorbijrennen, terwijl hij aan zijn kin voelt. Hij is enigszins verbaasd, maar merkt ook dat er een grote grijns op zijn gezicht te zien is.

Uit de schuur brengt Jarno de dozen via de brandpoort naar de bus die met wijd open deuren langs de stoep staat geparkeerd. Achterin ligt nog een stapel oud karton en bloemafval wat naar de vuilstortplaats moet worden gebracht. Eerst laden ze dan ook het oud papier in en de dozen en vuilniszakken met weg te gooien rommel. De plek die over is wordt gevuld met dozen vol spulletjes voor de kringloopwinkel. Naomi springt weer achter het stuur en ze gaan op weg. ‘Sorry, maar Bert heeft gezegd dat alleen ik mag rijden. Hij wilde niet “Jannie Allaman” in zijn bus hebben. Maar ik weet niet wat hij daar nou precies mee bedoelde.’ Jarno schaterlacht nu op zijn beurt en zegt ‘Ken je die uitdrukking niet?’ Naomi kijkt hem vragend aan. ‘Jan en alleman.’ zegt hij iets langzamer. ‘Dat zeiden ze vroeger weleens, als ze iedereen bedoelden.’ ‘O,’ grinnikt Naomi zachtjes, ‘ik had het nog nooit gehoord. Maar Bert heeft natuurlijk een goede reden, want hij is nogal zuinig op zijn bus, zoals je ziet.’ Ze pakt een oud viezig doekje en probeert er de binnenkant van de voorruit mee schoon te poetsen. Jarno kijkt eens om zich heen naar het oude rommelige interieur. Waar een radio hoort te zitten, hangen alleen een paar gekleurde stroomdraadjes uit een rechthoekig gat. De vloer is bezaaid met bladeren, parkeerkaartjes, snoeppapiertjes en zand. De klep van het dashboardkastje is niet meer te sluiten. Vanwege een defect slot, of omdat het kastje propvol zit met allerhande mapjes, bril-etuis, folders en doekjes. Maar waarschijnlijk dragen beide factoren bij aan het open bengelende deurtje dat ritmisch tegen de knieën van Jarno slaat. ‘Maar goed dat Bert bloemen verkoopt en niet een schoonmaakbedrijf is begonnen.’ merkt Jarno op, terwijl hij het doekje overneemt van Naomi en op zijn beurt probeert wat meer zicht door de voorruit te creëren.

Bij de kringloop aangekomen geven ze de dozen af bij het innamepunt aan de achterzijde. ‘We willen de lege dozen wel weer meenemen hoor.’ zegt Naomi. Ze moeten even wachten tot alles geleegd is en dan krijgen ze, als beloning voor het inleveren van goederen, allebei een plastic muntje. Naomi staat ernaar te kijken, maar Jarno zegt ‘Daar kan je een kopje koffie mee betalen, als je gaat winkelen in de kringloopwinkel. Ik heb er vorige winter ook een paar gehad toen ik bijna dagelijks wat spullen hier afleverde.’ Ze kijkt hem nadenkend aan. ‘Wil je hier soms koffiedrinken?’ vraagt hij. ‘Nee joh, voor je het weet koop je weer dingen en rijden we met een volle bus terug. Nee, ik dacht, ik weet eigenlijk zo weinig over je. Hoezo, kwam je hier vorig jaar dagelijks?’ ‘Tja, dat is een heel verhaal.’ zegt Jarno, waarbij hij zich opnieuw afvraagt wat andere mensen van hem zullen denken. ‘Laten we eerst het vuil weg gaan gooien. Dan hebben we vanmiddag, onder het uitzoeken van de volgende lading, misschien wel tijd om het daar eens over te hebben.’ Naomi kijkt hem wat geringschattend aan. ‘Hm, ok.’ zegt ze, maar terwijl Jarno alweer op de passagiersstoel schuift en de deur dichttrekt, draait ze het muntje tussen haar vingers rond. Ze bijt met haar kiezen voorzichtig op de binnenkant van haar wang en bekijkt de jongeman die daar op haar zit te wachten tot ze instapt. Jarno buigt naar het raampje aan de bestuurderskant en wasemt met open mond een grote condensvlek op het glas, waarna hij met zijn vingertop een grote bloem tekent. In het hart zet hij twee oogjes en een lachende mond. Dan kijkt hij Naomi aan en gebaart dat ze in moet stappen. Ze lacht naar hem, maar in haar hoofd rijst de vraag op met wie ze nu precies op stap is, op haar vrije dag. Het is gezellig en Jarno geeft haar een goed gevoel, maar dat gesprek van vanmiddag wat hij beloofd heeft, dat moet eerst eens gevoerd worden. Dan maar kijken wat ze met haar gevoelens wil. Ze komt in beweging, trekt de deur open en springt achter het stuur. ‘Zo,’ zegt ze, ‘nu eerst naar de stort en dan schoon schip maken.’ 

2e Refrein wordt vervolgd

3 comments on “De Stroom -19- Schoon Schip

  1. Lekker opruimen Zin om zelf ook een doos neer te zetten en van alles weg te gooien .Maar met een leuke hulp gaat dat wel beter. Groeten Ma.

Laat een reactie achter bij Anoniem Reactie annuleren