Om toch nog even op de naam Sâo Jorge terug te komen, dit eiland is vernoemd naar de beroemde legende van Sint Joris en de draak. In het dorpje Velas is een stadsparkje waar in het plaveisel afbeeldingen van de drakendoder zijn verwerkt. Ook is er een fontein waar een in steen gebeeldhouwde draak zijn kop en klauwen boven water steekt. Klaar om de stad en het koninkrijk voor jaren te overheersen. In beginsel wilde hij iedere dag twee schapen als diner en toen die op waren eiste de draak iedere dag een mens. Als Dordtenaar was je daar je leven dus sowieso niet zeker. Toen de dochter van de koning aan de beurt was kwam zij op haar noodlottige pad naar de draak de ridder Sint Joris tegen. Hij doodde de draak en ze leefden nog lang en gelukkig.

De draak ontwaakt
Sint Joris in gevecht

De grootste draak die in deze dagen nog op het eiland van Sint Joris te vinden is ligt als bergmassief van oost naar west over het gehele eiland. De bergtoppen volgen elkaar snel op als de puntige ruggenwervels van een versteende draak. De hoogste, voorheen vlammenspuwende vulkaantop, staat op 1053 meter boven zeeniveau. De Pico da Esperanca. We laten ons aan het begin van het wandelpad afzetten door taxichauffeur Luis die ons al een aantal keer van Velas naar ons dorpje Santa Amaro heeft gereden. Eenmaal op het wandelpad lopen we een prachtige tocht die ons langs al die oude vulkanen, kraters en kratermeren voert tot we uiteindelijk de hoogste top bereiken. Na deze overwinning op de draak dalen we helemaal af tot we met onze voeten in het zoute water van de Atlantische oceaan staan.

Net op pad passeren we een grote kratermond
En daar is de Pico da Esperanca. De kop van de draak
De vier elementen, Lucht. Aarde. Water. Vuur.
Op de top hebben we een prachtig uitzicht
Een van de kratermeren
De ruggengraat van het eiland met vele grote en kleine toppen
De draak is verslagen!

Nu we dachten, door die mooie tocht te hebben gewandeld en vooral door de hoogste top te hebben beklommen, de draak te hebben verslagen worden we onverwachts geconfronteerd met het ware beest op dit eiland. Op onze laatste dag houden we rust. Een ochtendwandeling in de buurt, een paar uurtjes bij het zwembad en aan het einde van de middag een kopje thee op het kleine terrasje voor ons appartement. Zoals iedere dag komt er ook nu een grote stevige jonge vent rond vijf uur wat houtblokken rapen die tussen ons terras en het lagergelegen zwembad opgestapeld liggen. Hij wordt geholpen door een jongen die wij herkennen als de ober die ons al een aantal keren heeft bediend in het bijbehorende restaurant. De blokken worden gebruikt om het fornuis op te stoken waar de keuken van het restaurant de hele avond de gerechten op bakt, grilt en kookt. Dat de houtstapel een mooie speelplek is voor de kittens die hier rondscharrelen ligt voor de hand. Zo zien we dat de kerel een van de kittens oppakt en bekijkt. Zijn hulpje kijkt toe en samen lachen ze wat. Hij aait het beestje nog een keer over zijn kopje en vervolgens gooit hij hem midden in het drie meter lager gelegen zwembad. Wij springen allebei op en roepen allebei: “Hé, waarom doe je dat?” De kerels draaien zich om en kijken verbaasd wat we nou precies met onze in het Nederlands uitgesproken verontwaardiging bedoelen. Terwijl ik naar beneden loop om te kijken hoe het beestje zich uit het water redt vraag ik hem in het Engels waarom hij in vredesnaam een kat in het water gooit. Na vele uitgewisselde argumenten worden we het niet eens. Hij zegt dat zijn katten zich prima kunnen redden in het water. Ik vind dat hij geen respect vertoont om een kitten van meters afstand in het water te smijten. Mijn boosheid inslikkend maak ik een eind aan de discussie en neem me direct voor om de reservering die we voor de avond in datzelfde restaurant hebben gemaakt te laten vervallen. Hier gaan ze geen euro meer aan ons verdienen. Ik snap best dat het dit goedlopende hotel-restaurant niet de kop zal kosten maar deze kleine Sint Joris gaat de ware draak van dit eiland toch een morele splinter onder zijn nagel bezorgen. Even later spreken we de aardige mevrouw die het hotel runt en we geven aan wat de reden voor het intrekken van onze reservering is. Zij verteld dat de kerel haar zoon is die zo veel van katten houdt. We zien aan haar gezicht dat zoonlief vanavond even iets minder moederliefde zal ontvangen. Wij voldoen zonder één eurocent fooi onze rekening en dalen vervolgens principieel te voet af naar het kustplaatsje Velas. Een drie kwartier lange afdaling waarbij we dit keer het fijne pad door de botanische tuin (zie voorgaand stukje “Saaie Sjors”) links laten liggen. Eenmaal 400 meter lager belanden we bij een Chinees restaurant waar we een heerlijke maaltijd voorgeschoteld krijgen. Vers gebakken kroepoek, loempiaatjes en een wokschotel om je vingers bij af te likken. Ja, laat de Chinezen maar schuiven voor wat betreft mythologische draken en Sambal Chicken waar je vanzelf van gaat vuurspuwen. We blussen de boel met een wijntje en een fles water en we zijn benieuwd waar de veerboot ons morgen weer gaat brengen.

Het toeval wilt dat we dit adres alleen via booking.com konden bespreken. Liever gebruiken we hun diensten niet meer sinds ze in de coronacrisis alle hoteleigenaren en klanten lieten barsten maar tegelijkertijd aan hun topmanagers doodleuk voor miljoenen euro’s bonussen uitkeerden. Dat soort zevenkoppige monsters zijn nog altijd onverslaanbaar in de multinational wereld. Waar ik normaal gesproken vrijwel nooit een recensie achterlaat als ik ergens heb gelogeerd of een treinkaartje heb gekocht of een nieuwe vulling voor mijn toiletverfrisser heb besteld (je krijgt tegenwoordig toch ook overal het verzoek om een tevredenheidsonderzoek in te vullen), nu zie ik het toch als voordeel dat we op de bookingdotcom site dit keer wel een recensie kunnen achterlaten. Hierbij wil ik de lezers van dit stukje alvast even een poll voorleggen hoeveel sterretjes het hierboven beschreven kittenvijandige logeeradres van mij gaat krijgen. Even ter referentie; het door ons bezochte Chinees restaurant hebben we alvast VIJF sterren toegekend.

We wandelen door vreemde bossen tijdens de afdaling
En jungle
Een Faja is een lage uitloper van een vroegere lavastroom. Op dit soort schiereilandjes zijn in de loop van de tijd dorpjes en landbouw ontstaan. Aan de horizon ligt het eiland Terceira, dat gaan we vanaf morgen verkennen.
Even afkoelen na een verhitte strijd
De moederpoes komt regelmatig even bij ons buurten
Een beetje cliché, zonsondergang boven zé
Met het verkleinen van de achterbak moest er ook een kleinere waakhond worden aangeschaft
Dit administratiekantoor boezemt veel vertrouwen in
FlowerPower busje

7 comments on “Sint Joris

  1. Ow wat vreselijk dit..van mij nul sterren..als dit mijn zoon was geweest had ik die draak vijf minuten onder water gehouden.En er maar van uitgaan dat de Chinees zijn (katten) vlees niet bij die zoon vandaan gehaald heeft..je weet het maar nooit 😉
    Maar weer prachtige foto’s gemaakt vijf sterren ⭐️⭐️⭐️⭐️⭐️
    X

  2. Is Esperanca in het Portugees niet “hoop”.
    Dus bezie het maar van de goede kant, de moeder weet er nu van en zal de zoon toespreken. En nu maar hopen dat hij het nooit meer doet.

  3. hallo eilandhoppers. Wat een prachtige natuur daar. En jullie klimmen ook nog veel.Werken die vulkanen daar nooit meer of is dat maar afwachten. Het personeels tekort in de kantoren branche is zeker schrijnend. Ik geniet van al die uiteenlopende foto’s van je. Broccoli bomen , verbouwde vrachtwagens ,op de telefoon zaten jullie weer midden op de oceaan .Volgende avonturen.Daag , groeten van Ma Harmans

  4. Hele mooie foto’s en je hebt weer mooie verhalen geschreven Menno! Ik moest er net even nog twee lezen. Geniet van jullie mooie tochten.

Laat een reactie achter bij Anoniem Reactie annuleren