Het mooie oude dorpje Farfa in de regio Lazio net ten noorden van Rome is de moeite waard. We zijn de straatjes doorgewandeld en maken nu aanstalten om de abdij te betreden. Op mijn gemak fotografeer ik de voorgevel terwijl mijn vrouw de grote eikenhouten toegangsdeur opent en naar binnen gaat. Een ogenblik later moeten mijn ogen nog even aan het halfduister wennen maar dan zie ik haar de schitterende wandschilderingen bekijken. Tussen mij en mijn vrouw beweegt zich bijna achteloos een klein gezet mannetje. Keurig in de kleren, handen in zijn broekzakken, ogen op mijn vrouw gericht. Ik versnel iets mijn pas om haar weer tot gezelschap te zijn. We bewonderen het mooie interieur en ik wil de schoonheid op de gevoelige plaat vastleggen maar daar wordt door datzelfde sluipende meneertje een stokje voor gestoken. Hij snelt naar me toe, haalt één hand uit zijn broekzak, beweegt zijn wijsvinger alsof hij een knopje indrukt en zwaait vervolgens driftig met diezelfde wijsvinger heen en weer. Zonder de serene stilte te verbreken maakt hij duidelijk dat fotograferen in de kerk niet wordt toegestaan. Aha, dus daarom stiefelt hij zo pianissimo achter bezoekers aan, om de regeltjes van de kerk te bewaken. Prima natuurlijk, als het niet mag dan hoeft het van mij ook niet per se. Ik knik en berg mijn fototoestel op in mijn rugzakje terwijl het meneertje zijn handen weer verbergt in zijn broekzakken.
Eenmaal weer in het volle daglicht besluiten we om wat te gaan eten bij een restaurantje met overdekt terras. De trattoria is direct tegenover dat mooie, zojuist door ons bezochte (en niet gefotografeerde) kerkje gelegen. We drinken alvast een glaasje water en wachten tot de lunch wordt geserveerd. Dan horen we vanaf het straatje een gil. We kijken elkaar even verbaasd aan maar als er vervolgens een gejammer hoorbaar wordt staan we op om te zien wat er aan de hand is. Midden op het pad ligt een vrouw en aan haar zijde zit een man die haar overeind probeert te helpen maar dat lijkt allemaal niet zo gemakkelijk te gaan. Ik bedenk me geen moment en loop naar de mensen toe om te zien of ze mijn hulp kunnen gebruiken. Op de plaats des onheils aangekomen wordt duidelijk dat de vrouw op de hobbelige keitjes is gestruikeld. Haar knieën zijn bebloed en op haar handen heeft ze een paar flinke schaafwonden. Het is een keurig echtpaar van middelbare leeftijd en gekleed om uit te gaan. De man is in een licht zomers kostuum gestoken met daaronder een blauw gestreept overhemd. De vrouw draagt een charmant mantelpakje, heeft opgestoken blond haar en vele gouden sieraden aan oren, polsen en vingers. Maar al dat sierlijks is nu dus wel besmeurd met straatvuil en bloed. Samen helpen we de vrouw om te gaan zitten terwijl ze behoorlijk overstuur is. Ik ren nog even snel terug naar ons terras waar mijn vrouw met een fles water staat te zwaaien. Ook haal ik uit mijn rugzak de kleine EHBO kit die we op onze wandelingen altijd meenemen. Water en pleisters, die konden wel eens pas pas komen in deze situatie. Weer aangekomen bij het Italiaanse stel in treurnis valt mij plotseling een klein kereltje op die vanuit een geopende eikenhouten deur het tafereel gade slaat. Hij zegt geen woord, toont geen expressie en steekt geen hand uit. Nee, die handen houdt hij in zijn broekzakken gestoken. Dus wel de regels in de kerk bewaren maar als er iemand hulp nodig heeft dan is het verhaal van de barmhartige samaritaan blijkbaar net zo snel weer vergeten. Ik richt mijn aandacht op de dame in nood en samen met haar man helpen we haar naar de zijkant van de straat zodat ze zittend in de schaduw tegen een muurtje kan leunen. De situatie wordt haar toch opnieuw even te veel en ze valt in katzwijm. Haar man neemt mijn fles water aan en besprenkelt daarmee haar gezicht en handen. Voorzichtig spoelt hij haar knieën schoon terwijl ik wat pleisters op maat knip. Gelukkig komt ze snel weer bij en als ze wat water drinkt dan lijkt haar gemoed iets tot rust te komen. We plakken de schaafwonden af, stellen haar gerust en praten ondertussen over haar pech om zo ten val te komen. Haar man vertelt dat ze uit het noorden komen maar hier enkele dagen verblijven omdat er een familielid is overleden die in dit dorpje woonde. Over enkele dagen is de begrafenis. Al die tijd staat onze grote kleine vriend met zijn klauwen in zijn zakken de boel uitdrukkingsloos gade te slaan. Wanneer de boel enigszins tot rust is gekomen vraagt de man mij om even bij zijn vrouw te blijven zodat hij zijn auto kan halen. Natuurlijk is dat geen probleem zodat we enkele minuten later mevrouw en meneer uitzwaaien terwijl ze in een rustig tempo het dorpsstraatje rijdend verlaten. Denkend aan haar schaafwonden lijkt me Arrivederci hier beter op zijn plaats dan CiAuw!
Dan is het tijd voor de lunch, eindelijk. Het is inmiddels geserveerd en mijn bestelde pasta pesto is ietwat lauw geworden maar desalniettemin smaakt het heerlijk. Een lekker glaasje koele witte wijn en la dolce vita is weer helemaal in ere hersteld. Als ik wil afrekenen blijkt dat de rekening al betaald is. Aha, dus dat werd door het echtpaar voor het wegrijden nog even besproken met de ober van het restaurant. Is dat even aardig! De ober geeft ons vriendelijk een hand en we wensen elkaar een fijne dag. We gaan weer op stap en wandelen hetzelfde hobbelige straatje af. Bij het passeren van de kerkdeuren blijkt de apathische toeschouwer inmiddels naar binnen verdwenen maar ik zou er wat voor over hebben om hem uit die eikenhouten ingang voorover op straat te zien vallen. Niet in staat zich op tijd op te vangen omdat die handjes van hem in zijn broekzakken blijven steken. Klets! vol op zijn gevoelige plaat. En ik weet bijna zeker dat ik er dan, zonder iets te zeggen, met een sierlijk gebaar van mijn wijsvinger, een foto van zou maken.
Slap verhaal: Eigenlijk is alles zoals hierboven beschreven precies zo gebeurd. Ik kan het alleen niet bewijzen want ik heb er geen foto’s van.
Sterk verhaal: Het enige wat ik erbij heb verzonnen is mijn wens dat die kerkelijke ordebewaarder zich zou bezeren. Maar ja, nu heb ik die wens toch opgeschreven dus dat is eigenlijk een beetje slap excuus.
Wat een goed/grappig…slap/sterk verhaal zeg.En jij was de held in nood.
Wel jammer dat er geen foto’s van zijn maar dat komt natuurlijk door die strenge kleine kerktuinkabouter ; ))
Mooi,barmhartige sameritaan. Zonder hen zijn we nergens.Groeten ma Harmans
Mooi verhaal!
Bij de kerk/geloof hoort uiteraard wel vergevingsgezindheid
Zou nog sterker zijn geweest als die kleine kerktuinkabouter de rekening zou hebben betaald.