Zondag 4 september, Riad Carina, Marrakech.

Zo, de eerste dag is alweer bijna voorbij. Alles is goed en rustig gegaan. Iets over twaalven zijn we ingestapt bij Robin en Denny die ons in de auto van Jori naar Schiphol hebben gebracht. Nog even een bakkie koffie met z’n vieren op het terras van café Rembrandt en daarna afscheid genomen van de kinderen (ff knuffele!!). Eenmaal in het vliegtuig zaten we al snel in de lucht op weg naar het zuiden. Naast me zat een oude meneer die duidelijk op weg was naar zijn vaderland. Hij woont in Nederland maar ging voor een tijdje op vakantie in Marokko om familie te bezoeken. De meeste tijd zat hij gebeden te prevelen en zijn bidkraaltjes te tellen. Tijdens de vlucht van zo’n vier uur moet hij zijn kettinkje wel dertig keer rondgebeden hebben. En niet zonder succes want we hadden een hele rustige vlucht en een prima landing. De luchthaven zag er modern uit en zodra we de aankomsthal binnen kwamen stonden er weer tientallen mensen met bordjes ons op te wachten. Tenminste er moest er ééntje tussen staan met onze naam op zijn bordje. Dit ging ook allemaal heel rustig en bedaard. We zagen onze naam, maakten kennis, gingen nog wat geld wisselen en tien minuten later zaten we in een luxe taxi richting de binnenstad van Marrakech.

Riad Carina is midden in de drukke medina gevestigd maar ligt in een rustig straatje tegen de oude paleismuren aangebouwd. Op de muren nestelen veel ooievaars. Aangezien de zon al onder is hebben we alleen een indruk bij avond maar het ziet er super uit. Een gezellige patio en een fijn dakterras. Hier hebben we dan ook heerlijk gegeten met een glaasje rosé. Morgen gaan we de stad in wandelen. Eerst maar eens een zonnehoed kopen want ze geven voor de komende week alleen maar zon op met temperaturen van rond de 35 graden. We zijn deze zomer natuurlijk wel wat gewend in Holland maar ik ga toch een beetje factor 20 op mijn bolletje smeren denk ik.


Maandag 5 september

Waar zijn we vandaag geweest? Nou,… waar zijn we niet geweest? De medina hebben we van Zuid naar Noord en van Oost naar West en vice versa doorgeslenterd. Natuurlijk wel met regelmatig een tussenstop op een terrasje of restaurant maar eigenlijk zijn we vanaf vanochtend negen uur tot vanavond half elf op straat geweest. Via de souks naar de leerlooierijen en verfbaden voor huiden en kleden, dan een winkel waar we een mooi berber tafelkleed hebben gekocht, een apotheek met allerlei kruiden, specerijen en middeltjes tegen van alles en nog wat inclusief een nekmassage voor Yvon.

Leerlooierij

We hebben verschillende keren het Djemaa-el-Fnaa plein gekruisd op weg naar de hoge minnaret van de Koutoubia moskee, op weg naar het café de France, op weg naar een internetcafé om ons weblog bij te werken en op weg naar een zoveelste souk (dat is een overdekte marktstraat vol met winkeltjes, verkopers, straatkatten en bedelaars). Het is moeilijk om alle verkopers voorbij te komen want ze proberen vrijwel allemaal je aandacht te trekken. Als ze dat ook maar even lukt dan lopen ze desnoods 100 meter met je mee en vragen ze je overal binnen te komen. In de atletiekwereld is de 100 meter de koningsafstand. Nou, hier is het een 100 meter horden die je met een beetje geluk in een recordtijd van 21 minuten en 8 seconden aflegt. Even een paar Marokkaanse laarzen kijken: na doorgegeven te zijn van de ene verkoper aan de andere verkoper en in zeker 4 winkels te zijn gesleept waar Yvon wel 10 paar heeft gepast konden we uiteindelijk ontsnappen met de zin: ‘We kijken nog even verder’. ‘Ah, oui oui,’ dat snapten ze wel, hoewel de opgetrokken wenkbrauwen en de blik in hun ogen anders deed vermoeden. En dan moet je echt snel doorlopen voordat ze opnieuw beginnen met het aanprijzen van leren broeksriemen, gele pantoffels, wollen mutsen, blikken armbanden, gemalen kruiden of duizend en één andere sprookjes artikelen.

Vanavond was het druk op het grote plein met orkestjes, aapjes aan een ketting, slangenbezweerders en henna tatoeërders. Te veel om op te noemen maar het plein is overladen met mensen en allerlei artiesten, grappenmakers en verkopers. Er staan ook veel eetkraampjes waar je naast de andere gasten aanschuift aan lange tafels met zitbankjes. De jonge obers stellen voor jou het menu samen zodat de keuze niet echt moeilijk wordt (Oui of euh… oui) en vervolgens krijg je met sneltreinvaart brood, schoteltjes met olijfjes, salade, hete saus, couscous, aubergine en groentes voorgezet. Hierna volgt nog een schotel met een achttal vleesspiesjes en een fles cola. Let wel, dit alles per persoon! Als je af wilt rekenen mag dat pas als je een glaasje ‘moslimwhiskey’ leeg hebt gedronken. Zo noemen ze dat hier gekscherend want het is gewoon muntthee zonder alcohol want dat is in het islamitisch geloof alleen voor zondaars.

Eten op het plein

Ik moet zeggen, de hele feestsfeer op het plein is echt de moeite waard maar na deze eerste dag en de vele uren geslenter hadden we het wel een beetje gehad. We verlangden naar ons hotel, de douche, de airco en ons bedje. En in dat bedje lig ik nu deze laatste zin te schrijven: de pen gaat neer, het dagboek dicht en de lichten uit… Klik!

Het plein


Dinsdag 6 september

Wat is nu het echte Marokko? Niet dat ik de illusie heb dat ik daar in drie weken vakantie achter zal komen maar toch stel ik mijzelf wel eens die vraag als ik hier rond loop. Is Marokko een grote toeristenval die aan elke bezoeker geld wil verdienen en het liefst zo veel en zo snel mogelijk? Dat kan want regelmatig wordt je de weg gewezen of gegidsd naar een café, een plein of een winkel en aan het eind van de (vaak korte) wandeling vragen ze om dirhams, een fooi of een ‘souvenir’ (lees: euro’s). Of is het de locatie Marrakech en dan met name de medina die overlopen wordt met touristen uit Engeland, Duitsland, Frankrijk, Spanje èn Nederland. Elke tourist wil voor een prikkie op de eerste rang zitten, overal foto’s van maken en dan weer door, door, door naar de volgende attractie.

Is Marokko een land vol smerige spugende en rochelende vieze mannetjes? Die kom je inderdaad met grote regelmaat tegen en je vraagt je af waarom er van overheidswege niet eens een uitdeelactie van stukjes handzeep wordt georganiseerd. Het hele straatbeeld zou er geweldig van opknappen zeg maar. Of is er blijkbaar ook in Marokko een onderklasse die aan de zelfkant van de maatschappij leeft? Vrouwen met een baby of peuter op de arm liggen ‘s avonds aan de kant van de weg te slapen. Blinde en kreupele bedelaars lopen overdag door de straten en vragen om een aalmoes. En daarbij zijn er talloze eenmans- of eenvrouwskraampjes waarbij op een kleedje of desnoods midden op straat een paar slechte tomaten of stukken uitgedroogd brood uitgestald liggen voor de verkoop. En als deze mensen met hun handel bestaansrecht hebben welke arme stakkers kopen hun 3e rangs producten dan?

Rijden er in Marokko alleen maar opgeschoten jongeren rond op opgevoerde brommertjes waar je zo snel mogelijk voor aan de kant moet gaan als ze om de hoek van een of andere soek komen scheuren? Of lopen er inderdaad nog veel meer vriendelijke jongens, meisjes, mannen en vrouwen in de straten die je toeknikken en ‘bonjour’, ’salaam’ of ‘hello’ wensen.

Straatjochies

Mijn conclusie is dat het Marokko van nu een zo gevarieerde samenleving is waar je de ene minuut met een ober over het verlies van zijn favoriete voetbalclub praat terwijl je even later een stapje opzij doet om een nogal fundamentalistisch uitziende man (à la Khomeini) te laten passeren. Als je dan je steegje naar het hotel inslaat zitten er groepjes meisjes in een deuropening hun Frans te oefenen en roepen al vanaf afstand ‘Bon soir monsieur, bon soir madame’.

Ik besef dat ik nog altijd geen antwoord heb gevonden en dat ik het ook niet ga vinden. Daarbij snap ik ook dat mijn positie als welvarende Hollander op reis in een ander werelddeel niet echt een objectief standpunt is. Toch zou ik willen dat we overal ter wereld, en zeker in Nederland, weer gewoon een multi culti samenleving nastreven. Met een Nike petje of een burka, al etend van de couscous of een patatje met, luisterend naar de Imam of de Red Hot Chili Peppers. Als je het maar samen doet. Tot zover professor G.B.J. Harremans, Goedenavond.


Woensdag 7 september, hotel Imlil, Marrakech.

Vanvond hebben we kennis gemaakt met de groep. Onze gids Hassan is een jonge kerel die redelijk Engels spreekt. Hij heeft geregeld dat we met z’n allen uit eten konden bij een berber restaurant in de medina. Hier hebben we aan tafel al pratend elkaar wat beter leren kennen. De groep is weer heel erg gemengd. Een echtpaar van onze leeftijd en verder allemaal alleen reizende mensen. De eerste indruk is dat het allemaal wel klikt. Al etend en kletsend kom je toch al veel van elkaar te weten en de rest komt onderweg wel.

Vanochtend zijn we natuurlijk van hotel gewisseld om aan te sluiten op het reisprogramma van Djoser. Met de taxi uit de oude stad op weg naar de nieuwe stad. Dit is een groot verschil. Hier is veel meer ruimte en de wijk is veel moderner en meer Westers. Zo liggen we nu in bed op onze hotelkamer op de vierde verdieping en even verderop is blijkbaar een feestje aan de gang want de livemuziek komt onze kamer binnengewaaid. Hopelijk gaat dit niet al te lang duren want anders moeten we de oordoppen maar op gaan zoeken. Morgen gaan we de eerste etappe wandelen dus we hebben onze nachtrust hard nodig!


Donderdag 8 september, Gite D’etape, Aremd.

Na een wandeling van zo’n anderhalf uur zijn we aangekomen in de eerste herberg. Dat is de beste benaming want we hebben zojuist de briefing gehad van onze gids in een mooie eet/zitkamer. De slaapkamers zijn verdeeld over een soort huisjes op verschillende niveaus tegen de berg op. Er zijn een aantal warme douches waar we al gretig gebruik van hebben gemaakt want de rit in de bus en de eerste wandeling berg op hebben al heel wat zweetdruppels los gemaakt. Nu is het wachten op het avondeten wat de kok (zijn naam is Lachcen) aan het voorbereiden is. Hassan heeft al veel verteld over de verschillende trajecten die we gaan wandelen en daarna heeft hij al onze namen opgeschreven. Hij gaat hard oefenen en heeft beloofd binnen drie dagen ze uit het hoofd te kennen.

Hassan

Het was een warme rit maar zodra we voor de lunch uitstapten was het merkbaar koeler dan in Marrakech. Onze slaapplaats voor vannacht ligt op 1940 meter hoogte dus de nachten zullen heerlijk afkoelen. Hier hebben we geen airco nodig maar kunnen we lekker wegkruipen in onze slaapzak. Maar eerst lekker eten, ik geloof dat er couscous op het menu staat en misschien ook nog wel een lekker toetje.


Vrijdag 9 september, Gite D’etape, Ouaneskra.

Net voor het ontbijt nog even verslag doen van de afgelopen nacht. Volgens mij is daar wel eens een liedje over geschreven. Zoiets van: ‘O, what a night’. In ons geval zou ik willen zingen: ‘O, o, oohh, what a night’. Het begon al met de penetrante petroleumlucht waarmee onze slaapkamers doordrenkt zijn. We hadden dit al opgemerkt toen we onze tassen uitpakten maar alle deuren en ramen open zetten zou wel helpen dachten we. Nou, niet dus. Toen we eenmaal naar bed gingen bleek de stank nog helemaal aanwezig. We zijn toch maar gaan slapen in de hoop dat we er doorheen zouden slapen. Vervolgens werden we midden in de nacht wakker van een alarmdeuntje van een of ander reiswekkertje of iets dergelijks. Wel een heel fancy ding want het was een irritant wijsje waar je gegarandeerd wakker van wordt en daarnaast was het apparaatje uitgerust met een repeat functie. Helaas voor ons stond deze ook aan zodat we ieder uur weer vrolijk werden gewekt. Om gek van te worden! Midden in de nacht stond ik het hangslot om te buigen van een opslagkamertje waarbinnen dat klote wekkertje opgeborgen lag. Yvonne vond dat nou niet zo’n goed idee dus hebben we de boel maar laten gaan. Vervolgens heb ik nog met mijn matras in mijn handen gestaan om naar buiten te slepen maar ja, daar ga je in het donker ook niet meer aan beginnen. Uiteindelijk ben ik met mijn kleren aan in mijn slaapzak op het dakterras gaan liggen. Het lag een beetje hard op de betonnen vloer maar onder de sterrenhemel heb ik toch nog een uurtje of drie kunnen slapen.

Vanochtend begonnen we met het wakker maken van José. Ze is vandaag jarig en wordt 31. Met een groepje hebben we “lang zal ze leven’ staan zingen. Vanavond na het eten werd ze door de gids en de kok verrast met taartjes voorzien van kaarsjes.

Verjaardagstaart

Verder hebben we een mooie lange wandeldag gehad. Over een pas van ruim 2300 meter en later nog een middagwandeling van zo’n anderhalf uur door de dorpjes die net voorbij onze herberg liggen. Daarna hebben we nog met onze voeten in een bergbeekje gezeten zodat we uitgerust weer aan het avondmaal konden beginnen. Hierna hebben we met een groepje nog een spelletje Ski-Boo gespeeld en zijn we om een uur of negen naar bed gegaan.

Het landschap


Zaterdag 10 september Labassene.

Dit was de eerste echt lange dagtocht. Om half zes ging de wekker, zes uur ontbijt en daarna snel de boel in pakken zodat we om zeven uur klaar stonden voor vertrek. En grote, lange klim tot de pas ‘Tizi n’Tacheddirt’ op 3230 meter hoogte.

Naar de pas Halverwege werden we ingehaald door een oude man met een klein ezeltje. Deze stond even later dus precies boven op de pas flesjes Cola, Sinas en Marsen en Snickers te verkopen. De plaatselijke middenstand zeg maar.

Ezeltje op pas

Tizi

Natuurlijk hebben we bijna allemaal iets gekocht zodat zijn dagwinst alweer binnen was. De Mars die ik had gekocht had een uiterste verkoopdatum van 2009 en de chocolade was wit uitgeslagen en verkruimeld. Ik heb hem toch maar opgegeten want ik kon wel een paar calorieën gebruiken. Na een half uurtje was het tijd voor de lunch. Heerlijk aan een smal beekje had de kok en één van de ezeldrijvers een koude lunch voorbereid. Brood, gekookte eitjes, tomaat, kaas, komkommers, sinaasappels, kruiden en zout. Alles om een fantastisch broodje gezond te maken. Na een uurtje rust konden we er weer tegen aan in een lange afdaling naar het dorpje Labessene. Hier stapten we echt 200 jaar terug in de tijd. Ongelooflijk hoe mensen en dieren hier in hun huisjes wonen. Gestapelde stenen met houten palen en cement als dak. Geen elektriciteit maar gelukkig wel water. De straatjes zijn stoffig en rotsig. Kinderen rennen op oude schoenen, slippers of op blote voeten tussen de kippen en geitjes.

Onze herberg ligt midden in dit dorpje en vanaf het terras kijk je uit over het dal, de akkers en de huisjes. Jet en Ton hebben vanuit Nederland een hele stapel schriftjes en pennen meegenomen die ze in het schooltje willen weggeven. Ook hebben ze oude kleertjes en schoenen van hun kleinkinderen meegenomen die ze van plan zijn aan kinderen uit te delen. Ze zijn al eerder in Marokko geweest maar moesten toen eerder naar huis vanwege een knieblessure van Ton die hij tijdens een val had op gelopen. Nu zijn ze weer terug in hetzelfde dorpje en hebben ze foto’s bij zich die ze uitdelen aan de moeders en kinderen die er op staan. Het schooltje is dicht maar de leraar wordt opgetrommeld en hij neemt alles dankbaar in ontvangst. Dan twijfelt Jet nog even of ze de kleertjes wel uit gaat delen want er lopen zo veel kinderen rond dat ze niet elk kind iets kan geven. Als er een paar jochies in oude, vieze versleten kleren voor ons staan valt de twijfel weg en haalt ze drie plastic tassen met inhoud. De een krijgt een spijkerbroek, de ander een T-shirt of een trui. Ze heeft zelfs een paar Birkenstock slippers bij zich die haar kleinzoon niet meer pasten. De jongen die ze krijgt trekt meteen zijn kapotte gympies uit en waarschijnlijk ligt hij nu in zijn bed met een paar Birkenstockies aan zijn voeten. Het is gewoon ontroerend om te zien hoe ontzettend blij de kinderen zijn. Hun moeders komen kijken en lachen met de kinderen mee. Jet en Ton worden bijna besprongen maar gelukkig is de schoolmeester nog in de buurt die de steeds groter wordende groep tot bedaren brengt. Al snel is de voorraad op en zie je overal kinderen lopen met een kledingstuk. Ik weet nog altijd niet of er wel een hemel bestaat, maar als het zo is dan hebben Jet en Ton in ieder geval een vrijkaartje.

Na de lange tocht van vandaag en de fantastische ervaring in het dorp gaan we eten, wat kletsen en slapen. In een hoek van onze gezamenlijke slaapkamer kruipt nog wat ongedierte weg zodat we maar wat dieper in onze slaapzak kruipen dan gewoonlijk en ik probeer met een dichte mond in slaap te vallen, want stel je voor!


 

Zondag 11 september, Oukaīmeden.

Ik stond me vanochtend af te drogen na het wassen en tandenpoetsen toen ik werd verrast met gezang. Een aantal mensen uit de groep zongen “Lang zal die leven”. Daarna kreeg ik een slinger omgehangen en een insigne opgespeld met “Happy Birthday”. Later die ochtend heb ik nog diverse sms’jes gekregen van de kinderen en familie om me te feliciteren.

Het was opnieuw een lange dagtocht waarbij we drie passen overgestoken zijn. Het ging op en neer tot we uiteindelijk weer op 3130 meter de Tizi Ouhattar pas bereikten. Op het hoogste punt stond de kok te wachten met onze lunch. Dat is toch geweldig dat je in de “middle of nowhere”, zo hoog in de bergen, een heerlijke maaltijd krijgt. Ok, het brood is al vier dagen oud, je zit op een steen en moet uitkijken je niet te prikken aan alle verdroogde distelplanten om je heen. Een openbaar toilet is even niet in de buurt dus bij hoge nood zoek je een plaatsje achter de dichtstbijzijnde glooiing of rotspartij. Maar toch is het een heerlijk tevreden gevoel om na alle geleverde inspanning zo uit te kunnen rusten en te eten. Na een uurtje beginnen we aan de afdaling waarbij we door een herdersdorp lopen wat slechts 2 maanden per jaar bewoond is. In september is het er druk met gezinnen die ook hier weer in stenen huisjes wonen.

Vallei

We kletsen hier en daar wat, geven handen en zwaaien naar de nieuwsgierige mensen. Je merkt dat hier heel weinig toeristen komen want iedereen in het dorp lijkt onze kant uit te kijken. Uiteindelijk lopen we de lange glooiende weg af naar het dorp Oukaïmeden. Dit is een wintersport plaatsje (in denk het enige in heel Afrika) op zo’n 2600 meter hoogte. In de winter kan je met een paar skiliften tot op 3100 meter hoogte komen waarvandaan er een zestal pistes naar beneden lopen. In september is er natuurlijk geen sneeuw te bekennen. We slapen hier in een herberg van Club Alpin France. Er zijn twee grote slaapzalen met 2-persoons stapelbedden. Een ruime wasruimte met wel 5 douches, wastafels, etc. Ontzettend luxe als je bedenkt dat we het de laatste dagen moesten doen met soms maar 1 wasbakje met koud water, een smerig Frans toilet waarvan de deur niet voorzien was van een slot en maar zelden normaal licht. Dat kwam er in hoge nood dus op neer dat je gehurkt boven een Frans toilet zit te wiebelen. In de ene hand een zaklamp en met de andere hand probeer je de deur dicht te houden voor eventuele bezoekers. Van enige ontspanning kan je dan niet echt spreken maar goed, het is vakantie dus daar heb je dan het hele jaar hard voor gewerkt. Nu genieten we dan ook van de luxe en het goede nieuws is dat we op dit adres nog twee nachtjes blijven ook.

We lopen nog even het dorpje in, kopen een mooi fossiel en verbazen ons over de armoedige winkeltjes, slagerijen en souvenir verkopers.

Als we gegeten hebben gaat plotseling het licht uit en wordt er een schaal met 5 kaarsjes naar binnen gedragen waarop een stuk of 15 plakjes cake liggen. De Marokkaanse kok, helpers en gids zingen voor mijn verjaardag en feliciteren me. Natuurlijk weer erg leuk dat ze dit doen. Als we alles op hebben komen de Skip-Bo kaarten op tafel en nu spelen een paar helpers ook mee. Het wordt een dolle boel aan tafel en iedereen doet mee in het spel. Zo heb ik toch een verjaardag om nooit meer te vergeten en kan ik nu tevreden het licht uit doen.


Maandag 12 september, Oukaīmeden.

Vandaag staat er een optionele tocht naar een bergtop op het programma. Optioneel wil dus zeggen dat je mee kan maar het hoeft niet. Wij blijven lekker in het dorpje samen met nog een stuk of zes mensen uit de groep. We drinken rustig koffie, gaan opnieuw het dorpje in, kopen een bal voor een groepje jongens en uiteindelijk staan Ton, José, Saskia en ikzelf tegen wel twaalf kleine Marokaantjes te voetballen op een hobbelig veld tussen de geiten, schapen en koeien. Yvonne maakt foto’s vanaf de kant en iedereen heeft weer plezier.

Voetballertje

Voetballen

Voetbalteam

Dan gaan we lunchen in onze herberg. José heeft verzonnen dat we vanmiddag ook wat voetballen gaan brengen in het dorpje waar we gisteren doorheen zijn gewandeld. Zo gezegd, zo gedaan en even later zijn we op weg naar Azib Tiferguine.

Meisje met geitjes

Bij het eerste huisje staan al kinderen te roepen en te zwaaien. Bij het tweede huisje staat een jongetje die er wel heel erg aardig uit ziet dus geeft José hem een bal. Hij is er helemaal blij mee en rent naar de poort in het muurtje wat om zijn huisje staat. Hier staat een man naar ons te zwaaien, hij luistert naar de jongen en roept ons vervolgens om thee te komen drinken. We willen dit eerst niet, maar ja dan beledig je zo’n man misschien dus laten we het dan toch maar doen. Uiteindelijk komt het er op neer dat we in de mooiste kamer (lees: kale lemen muren, grote accu in de hoek en een kapot 12 volt lampje aan het plafond) muntthee zitten te drinken met de hele familie. De mensen zijn super aardig. Eerst wordt er thee gezet, er worden verse munttakjes geplukt en gewassen in de beek (gelukkig hebben we al onze prikken gehaald voor de vakantie). Dan worden grote brokken suiker stuk gehakt en in de theepot gedaan. De vrouw komt met een schaaltje olijfolie en twee grote platte broden binnen. De man doet voor dat we een stukje brood af moeten scheuren, dopen in de olie en dan ‘lekker’ opeten. Hij pakt nog een oude transistorradio op batterijen en zet met een hoop gekraak en geruis een arabische zender op. De kinderen komen om de beurt even om het hoekje te kijken en er lopen twee kleine katjes rond die op het brood met olijfolie afkomen. Heel even rent er ook nog een geitje naar binnen maar die schrikt zo van onze aanwezigheid dat hij meteen weer naar buiten schiet. We krijgen thee ingeschonken en we kletsen wat met woordjes Frans, Arabisch en onze handen en voeten.

Op bezoek

De mensen vinden het erg leuk dat ze ons op de thee hebben en wij vinden het heel bijzonder dat we zomaar even in zo’n totaal andere wereld kunnen vertoeven. Na een uurtje moeten we weg om op tijd voor het avondeten te zijn. We geven de mensen wat dingen die we toevallig bij ons hebben en we drukken de man ook wat geld in zijn hand. Hij accepteert het en bedankt ons. We hebben het idee dat we in ieder geval iets terug hebben gedaan voor die ontzettend aardige gastvrije mensen. We maken nog een groepsfoto en dan nemen we afscheid.

Familiefoto

Na het avondeten krijgen we opnieuw gebak omdat vandaag Karin jarig is. In deze vakantie zijn er vier mensen van onze groep jarig en dat is natuurlijk wel heel toevallig. Daarna op tijd naar bed want morgen wordt het weer een wandeldag.


Dinsdag 13 september, Aguersioual.

Zes uur de wekker, half zeven ontbijt, half acht vertrek.

Een pas over om vervolgens af te dalen over mooie paden. Het landschap heeft verschillende kleuren rood, geel, grijs, bruin, groen.

Uitzicht 01

Dan komen we bij een riviertje. Een groot kleed met matrassen zijn neergelegd en daar kunnen we aanschuiven voor een heerlijke maaltijd. Rauwkostsalades, brood, pasta met saus, kaas. Ik geloof dat iedereen wel twee keer heeft opgeschept en daarna konden we nog een half uur uitrusten op dit mooie plekje. ’s Middags toch nog een pittige klim en afdaling in twee uur tijd en toen waren we weer bij ons volgende logeeradres.

Lunch onderweg

Vanavond aan tafel veranderde wat ons betreft de sfeer toch een beetje. Het groepsproces tijdens zo’n reis heeft natuurlijk verschillende kanten. Eerst tast je elkaar een beetje af. Door te wandelen en af en toe een gesprek leer je elkaar wat beter kennen. Je deelt de tafel, de slaapkamer, de badkamer met elkaar en je merkt dat je jezelf langzaam een beetje overgeeft aan de groep. Als je dan zoals vanavond aan tafel zit en er worden tunes gezongen van oude televisieseries, gevolgd door meezingers waarna Yvonne aangewezen wordt om “Vader Jacob” in te zetten zodat de rest kan volgen in Canon. Dan komt bij mij plotseling de gedachte op of ik dit wel wil. Zijn we hier op schoolkamp of zo? Het is leuk om elkaars goede en minder goede kwaliteiten te leren kennen maar of daar ook de oude Neanderthalerhersenstam bij geactiveerd moet worden waag ik te betwijfelen. Voor ons was het dan ook tot hier en niet verder. Gelukkig kwamen op dat moment de helpers met een oude jerrycan en een stok en zetten een Berberlied in. Hierop mochten we (wel schoenen uit) in de nette voorkamer. Daar hebben we een heleboel liedjes aan gehoord en we hebben meegezongen en geklapt. Dit was dan wel weer leuk en zo ging iedereen in ieder geval met een glimlach naar bed.

Samen hebben we nog wat nagepraat op onze kamer (eindelijk een 2-persoons) en we hebben besloten dat we vooral ons zelf moeten blijven. We moeten toch door als groep, we moeten met z’n allen die Jebel Toubkal op en we moeten het dus nog een dag of zes met elkaar uit zien te houden. De volgende groepsfase is aangebroken en ik hoop dat we met z’n allen een ronde verder komen.


Woensdag 14 september, Tizi Oussem.

Vandaag de Tizi Oudite (2219 mtr.) overgestoken. Een uurtje over deze pas was het weer tijd voor de lunch. Onder een grote boom zaten we daar in de schaduw een heerlijke salade, witte bonen in een sausje, stukjes kaas en meloen naar binnen te werken. Na de lunch heb ik nog een discussie gestart over ons wandeltempo. Hassan wil terecht de groep bij elkaar houden alleen is ieders individuele tempo zo verschillend dat een aantal mensen niet prettig kunnen wandelen. We gaan de hele tijd in zo’n laag tempo waardoor je elkaar eigenlijk de hele tijd op de hielen loopt. Maar ja, een oplossing is er ook niet dus dus moeten we ons aanpassen. Het voelt wel goed dat we het uitgesproken hebben zodat we van elkaar weten wat we willen en kunnen.

 

In een dorpje

Dus weer op pad en op weg naar Tizi Oussem. Hier hebben we een goede herberg. Er is zelfs een bescheiden hamam (sauna) waar we ons vóór het eten dan ook hebben gesopt. Vanaf het dakterras hebben we een mooi uitzicht over het dorp, de bergen en de Azzadene vallei. ‘s Avonds nog een paar spelletjes Skip-Bo met Abdul, Hassan en groepsgenoten en dan al weer om een uur of tien naar bed want de wekker staat op zes uur.

In de gite

 


Donderdag 15 september, Aremd.

We zijn om een uur of één al in onze herberg aangekomen waar we gelunched hebben. Op de eerste dag van onze trekking hebben we hier ook geslapen zodat nu de eerste ronde voltooid is. Morgen vertrekken we vanaf hier lopend naar het zuiden waar de Djebel Toubkal ligt. Het wordt een dagtocht van zo’n vijf uur waarbij we ruim 1100 meter stijgen. Het is dus goed dat we een vrije middag hebben om een beetje uit te rusten. Eerst maar weer gedouched na de stoffige tocht van vanochtend. Het is harder gaan waaien en in de soms droge bergen loop je dan in flinke stofwolken.

Stofpaden

Het was wel weer een mooie tocht en ook is deze route wat drukker belopen. De hele week hebben we nauwelijks andere reizigers gezien maar hier komen we groepen Engelsen en Spanjaarden tegen. Een Duits stel en een groep Nederlanders die met HT Wandelreizen op pad zijn. Om vier uur zijn we hier in het dorp Aremd nog even op bezoek geweest bij het gezin van Ibrahim. Zijn vrouw en vier kinderen waren thuis en we hebben bij ze in de nette kamer gezeten om thee te drinken en lekkere, door zijn vrouw gebakken koekwafels met sesamzaadjes en honing gegeten. We hadden een bal gekocht en wat schriftjes en pennen die we nu aan de jongens geven. Het is een keurig huis en de jongens gaan ook graag op de foto. Hamid, Hassan en Abdul worden steeds vrijer, nemen zelf wat foto’s en gaan op de schouders van hun oom Abdul staan. Na nog een praatje met de dochter Fatima en haar moeder nemen we afscheid. Dit dorp is redelijk welvarend verteld onze gids. Inkomsten van gids en muildierverhuur aan touristen is een belangrijke factor voor de plaatselijke economie. Ook wordt er veel vee gehouden en daarnaast is de vallei hier breed zodat er meer dan gemiddeld landbouw kan worden bedreven. Het huis van Ibrahim is dan ook veel netter, schoner en luxueuzer ingericht dan dat we in de dorpjes tot nu toe gezien hebben. Nu zitten we op het dakterras met uitzicht op het doel van de komende dagen, de Djebel Toubkal van 4167 meter hoog. We zitten hier op 1940 meter dus we moeten nog een aardig stukje klimmen. Maar goed dat we zo dadelijk gaan eten dan kunnen we wat aansterken.

Toubkal bij nacht


Vrijdag 16 september, hut Neltner.

Vandaag na een lange gestage klim van zo’n 1200 meter aangekomen in een door de Franse alpinistenclub onderhouden berghut. Na alle Marokkaanse herbergjes en gites waar het soms behelpen was en waar enige luxe spaarzaam was is deze hut een ‘terrible disaster’ (naar de wijze woorden van Nick). Maar ja, op een avontuurlijke tocht moet je het nemen zoals het komt en achteraf kan je er dan nog eens hoofdschuddend over napraten. Achteraf dus hé! Want nu slapen we in een rijtje van vijf naast elkaar op de onderkant van een stapelbeddenrij. Boven liggen er ook nog twee. De kelder is ingericht als badkamer met douches, toiletten en wastafels, Het stinkt er verschrikkelijk, je stoot je kop als je de trap afloopt en het is soms te smerig om iets beet te pakken. De ruimtes boven zijn kaal, ongezellig en de schimmel zit op de muren en plafonds. Nou ja, we moeten morgen om vijf uur op zodat we om zes uur de deur uit kunnen om de klim te beginnen van de Toubkal.


Zaterdag 17 september, Gite Belle Vue, Aremd.

Vijf uur de wekker, half zes ontbijt, zes uur op pad.

De zon is net op en we lopen al buiten. Stukje pad, riviertje oversteken, stukje klimmen, weer een stukje pad en om kwart over zes staan we dan aan de voet van de Toubkal. Ongeveer 1000 hoogtemeters boven ons is de top en we hopen over een uur of drie daar aan te komen. Het is beduidend drukker op deze route. Dan omhoog.

Toubkal omhoog

Omdat we ons warm aan hebben gekleed is het al snel zweten zodat er een laag kleding uit kan. Zo af en toe een korte pauze om op adem te komen en dan stijgen we weer verder. Over de helft lopen we vanuit een dalvormig moreneveld een afgrond tegemoet. Op de rand slaan we linksaf om niet in de diepte te storten en al puffend passeren we de 4000 meter grens. Dan zien we ook de top, een stalen piramidevormig frame markeert dit hoogste punt van Noord-Afrika. Het pad buigt langzaam af tot een flauwe helling zodat we redelijk op adem de top bereiken. Hier omhelzen we elkaar en er worden wat zoenen en tranen uitgewisseld.

Jebel Toubkal top

We zijn allemaal opgetogen dat we na 3,5 uur de hoogte van 4167 meter hebben bereikt. Het weer is voornamelijk bewolkt geweest en op de hellingen waaide er een koude harde wind. Maar hier op de top schijnt af en toe de zon en dan opeens vallen er een paar sneeuwvlokjes! Later, tijdens de afdaling, vallen er een paar hagelstenen en krijgen we ook nog een regenbuitje. Het lijkt wel een Nederlandse zomer.

Djebel Toubkal afdaling

Eenmaal terug in de berghut eten we snel de lunch en pakken onze spullen in. Hassan heeft geregeld dat we nog dezelfde middag af kunnen dalen naar Aremd. Dat betekend wel een hele wandeling maar dat hebben we er graag voor over. Transport per muilezel wordt geregeld en zo zijn we weer onderweg voor een tweede dagtocht op één dag.

Aremd

Nu zitten we hier in de gite ‘Belle Vue’. Een mooie gite/hotel waar we lekker hebben gegeten en nu eindelijk op bed liggen. Het is een onvergetelijke dag geweest. We zijn om zes uur gestart en vanavond om tien voor zeven kwamen we hier aan. Vanaf de hut zijn we eerst 960 meter gestegen om daarna in twee etappes weer 2200 meter af te dalen. Heerlijk om nu op een goed bed te liggen en onze voeten en benen te laten rusten.

De afdaling


Zondag 18 september, op het terras.

We wachten op de lunch waarna we het laatste uurtje gaan wandelen terug naar Imlil. Vanochtend konden we een beetje uitslapen. Bij het ontbijt hebben we Nick toegezongen voor zijn verjaardag (nummer vier deze reis) en daarna hebben we wat rond gehangen op het terras. Een buurman had zijn vinger open gehaald en vroeg ons om een pleister.

Pleister

Even later stond ik met onze medikit eerst de man zijn vinger te bepleisteren. Daarna heb ik nog een stuk of acht kinderen van een pleister voorzien. Dit trok meer bekijks zodat we even later met allerlei jongens en meisjes stonden te kletsen, voetballen en foto’s maakten. Ook hebben we de overgebleven mueslirepen uitgedeeld en werd Esther door een meisje meegevraagd naar haar moeder. Esther breidde tijdens de tocht een paar sokken en het meisje wilde hier meer over weten.

Zo dadelijk gaan we een groepsfoto maken met alle helpers, gids, kok en onze groep. Daarna dus nog de lunch en dan op weg naar Imlil en Marrakech.

Groepsfoto

Kwart over tien, Marrakech.

Weer terug in ons hotel. De busreis ging voorspoedig. We hebben afscheid genomen van Abdul, Hamid (de kleine) en Hamid (de grote), Lachcen en Lachcen (de kok), Ibrahim en Mustafa.

Afscheid

Allemaal aardige gasten die elke dag onze bagage met hun muildier versleepten. We hebben veel met ze gelachen en zelfs een avondje gezongen en gedanst. Vanmiddag na de groepsfoto hebben we ze een fooi gegeven en kreeg Hassan van ons het kaartspel Skip-Bo. Hopelijk spelen ze het nog eens samen.

Afscheidskado

Vanavond zijn Yvonne en ik samen de stad in gegaan. Eindelijk weer gewoon even samen wandelen, praten en uit eten. Op een heerlijk dakterras met een flesje wijn en lekkere hapjes hebben we wat gekletst en elkaars hand vast gehouden. Weer een einde van een avontuur. Morgen nog een dagje door de soeks slenteren en dan op weg naar ons laatste adres, Essaouira.


Maandag 19 september, Marrakech.

3 paar Kiboots (Marokkaanse laarzen)

2 paar leren sloffen (model Aladin)

1 magic box

1 leren tasje

3 aardewerken schoteltjes

1 paar sokken

2 cederhouten geluksamuletten

Dat is de buit van onze souvenirjacht van vandaag. Na het ontbijt zijn we op ons gemak de medina ingeslenterd. We vonden al snel en schoenverkoper die een paar laarzen naar ons zin had. Na heel wat gepas, onderhandel, thee drinken, sokken halen en leer poetsen liepen we anderhalf uur later zijn winkeltje uit met laarzen voor Robin, Julia en Yvonne. We waren al geslaagd voor sloffen (Denny en Jori) en we hebben nog wat dingen gekocht voor onszelf en anderen. Met af en toe een terrasje voor de koffie en lunch was het goed uit te houden. ‘s Middags nog even ons dagboekje en wat foto’s online gezet en vanavond uit eten met de hele groep. Morgenavond gaat iedereen naar Nederland terug en wij gaan ‘s morgens al op pad naar Essaouira. Bijna het einde van de groepsreis dus en voor ons weer het begin van een nieuw avontuur. Met de auto naar de kust!

Schoenverkoper


Dinsdag 20 september

Vanochtend na het ontbijt hebben we afscheid genomen van alle mensen. Na twee weken met elkaar te hebben doorgebracht ontstaat er toch een band. Dan halen we de auto op bij het verhuur bedrijf “First Car”. Deze naam klopt helemaal want volgens mij krijgen we de allereerste auto mee van de eigenaresse, eentje uit 1975! Het is een Suzuki Alto maar dan wel de uitvoering ‘Chique’. Dit betekent in Marokko waarschijnlijk dat er geen profiel op de banden zit, 3 liter benzine in de tank, de hoek van de achterbumper los hangt en de hele carrosserie vol krassen en deukjes zit. Dus eerst maar tanken, dan naar het hotel om de bagage op te halen en vervolgens op weg.

Naar de kust

Marakech is ook ‘s ochtends om half tien druk maar we rijden zonder problemen de stad uit. Het is zo’n 175 kilometer maar de weg (N9) is heel nieuw en het wordt steeds rustiger. We kunnen prima doorrijden, maken een koffiestop, een paar fotostops en komen om één uur in Essaouira aan. De routebeschrijving naar het riad hebben we thuis laten liggen dus het is even zoeken. Na een paar keer vragen zitten we op de goede weg en hobbelen we de laatste paar kilometers een karrespoor af naar Baoussala. Als we de poort binnen lopen worden we welkom geheten door Rachid en Dominique. Het ziet er geweldig uit allemaal, onze kamer is prachtig, overal zijn zithoekjes, in de tuin, op het dakterras, bij het zwembad. De gastvrouw is erg aardig en we kletsen wat, krijgen een paar tips over de omgeving en ze wijst ons op haar filosofie: voel je thuis en geniet van de vrijheid van Baoussala.

Tegen zonsondergang rijden we naar een klein vissersdorpje aan de kust. Bij een strandhut loopt een hele meute katten en honden.

Honden van Cap Sim 02

In hun gezelschap wandelen we wat langs de vloedlijn en kijken naar de vissers die hun bootjes gereed maken om tijdens de nacht sardines te vangen. Ik help mee met het op een kar tillen van een sloep en daarna duwen we deze met een man of tien richting zee. We kopen nog een paar schelpen en gaan dan op de koffie in een hut. Hier ontmoetten we Dominique en een Engels stel die ook vanmiddag aangekomen zijn. Als de zon onder is rijden we weer terug naar het riad. Hier is de binnenplaats verlicht door kaarsjes wat een ontzettend gezellig en romantisch gevoel geeft. We bestellen een fles wijn en wachten op het diner. We verblijven hier drie dagen maar ik ben bang dat dat veel te kort zal blijken.

Honden van Cap Sim

Vissers


Woensdag 21 september, Baoussala.

Ontbijt bij het zwembad! We hebben de hele ochtend lekker wat gezwommen en in de zon gelegen. Tussen de middag een heerlijke lunch, verse geitenkaas op toast, pasta pesto en salade met een glaasje rosé er bij.

Uitrusten

Dan met Leah de leuke dingen van Essaouira door genomen zodat we daar ‘s middags een paar uur hebben rond gelopen. Essaouira is een vissersplaats en de vele boten van groot tot klein liggen hier in de havens. Ook hier weer vele katten van groot tot klein die op de kades liggen te wachten op een stukje visafval. We hebben ‘s avonds weer gewoon in ons riad gegeten op de met kaarsen verlichte binnenplaats, Na het toetje stapten we even de poort uit in het donker en genoten we van de sterrenhemel. De melkweg is als een wolk te zien. Met wat wind er bij worden de avonden al wat koeler, zeker hier aan de kust, dus zijn we lekker gaan badderen en vroeg naar bed gegaan.

Baoussala


Donderdag 22 september.

Weer even schrijven, op de rand van het zwembad met mijn voeten in het water. We gaan zo dadelijk lunchen met opnieuw een glaasje rosé erbij. Vanochtend hebben we bijtijds ontbeten waarna we Essaouira in zijn gereden. Eerst een pot vijgenjam gekocht bij een supermarktje en daarna de medina in om nog een paar souvenirs te kopen, wat kruiden en een mooie aardewerken schaal. De laatste update van ons weblog konden we in een tot nu toe snelste internetcafé doen. Misschien dat we morgen op de luchthaven nog kunnen internetten en anders zetten we er thuis nog wat foto’s op. Nu eerst maar eens aan de lunch!

Essaouira

We hebben lekker wat aan het zwembad geluierd en een rondje door de tuin gewandeld. Om een uur of vijf zijn we in de auto gestapt en opnieuw naar het strand gereden waar we de eeste avond ook zijn geweest. De honden en katten begroeten ons weer en na een bakkie koffie hebben we een strandwandeling gemaakt.

Kat aan zee

Voor het donker zijn we weer terug gereden om het zand uit onze oren te wassen want het waait behoorlijk. Opnieuw hebben we heerlijk gegeten en alvast de rekening voldaan bij Leah voor het verblijf, de maaltijden en de flesjes olie die we bij haar hebben besteld als souvenir. Nog een laatste blik op de mooie sterrenhemel en dan naar bed voor ons laatste nachtje in Marokko.


Vrijdag 23 september, Agadir airport.

We zitten in de vertrekhal te wachten op ons vliegtuig. Na het inleveren van onze huurauto hadden we nog ruim drie uur en wachten duurt altijd lang. Het was vandaag nog lang bewolkt en mistig onderweg. Na de regen van vannacht kunnen we alvast een beetje wennen aan het Hollandse weer. Ook nog even met mijn moeder gebeld om te vragen hoe de operatie van mijn vader goed is verlopen. Geen complicaties dus dat is een geruststelling. Nu maar wachten tot we kunnen instappen en dan snel de lucht in en richting het Noorden!

Instappen


Zaterdag 24 september – 15:00 – Dordrecht

Zo! We zijn weer thuis.

Lekker hoor, alles weer uitgepakt en in de was. Vannacht werden we van Schiphol opgehaald door Robin & Denny. De vlucht ging voorspoedig maar het was toch 4 uur in de nacht voor we eindelijk weer op ons eigen bed lagen. Wat is zo’n dag dan lang als je bedenkt dat we ontbeten hebben in Baoussala, met de auto nog 200 kilometer langs de kust van de Atlantische oceaan naar Agadir zijn gereden, de auto hebben ingeleverd, ingecheckt, gewacht op ons vliegtuig en dan de lange vlucht naar Nederland.

Kustweg

Het was de moeite waard. Marokko is een prachtig land en vooral het Atlasgebergte met zijn afwisselende landschap en ruige natuur vonden we geweldig. De gids, kok, muildierdrijvers en de mensen die we onderweg hebben ontmoet waren zonder uitzondering vriendelijk en behulpzaam. Natuurlijk zijn er grote cultuurverschillen en wordt de westerse nieuwsgierigheid en brutaliteit niet altijd op prijs gesteld. Foto’s maken van vrouwen of meisjes wordt bij hoge uitzondering toegestaan maar de jongens vinden het wel weer erg leuk om te poseren. Tenminste als ze dan zelf de camera beethouden en hun vriendjes mogen fotograferen.

De groep waarmee we hebben gewandeld was erg gezellig. Met Nick, Karin, Esther, José, Saskia, Jet & Ton, Wilco, Johan en natuurlijk onze gids Hassan hebben we vele uren geklommen en afgedaald. Er is onderweg veel gekletst en gelachen en de lunches waren voortreffelijk. Ook de top van de Jebel Toubkal was een belevenis. Met kou en harde wind naar boven, op de top eindelijk zonneschijn en een paar vlokjes sneeuw. Tijdens de afdaling een paar hagelstenen, vervolgens regen en ten slotte weer zonneschijn. Het leek wel een Hollandse zomer! Met vereende krachten, hulp en steun konden we elke bergtop en pas bedwingen zodat we allemaal trots op onze groep kunnen zijn.

Kus, Yvonne & Menno.



 

Reageer