En dan nu het verslag van onze wandeltocht naar het volgende adres. Ruim zestien kilometer dus dat viel wel mee. Hoewel, goed dat we gisteren rust hebben gehad want er moest toch weer zo’n vijfhonderd meter geklommen worden. Het was een mooie tocht, voornamelijk door berggebied. De cafétaria’s in het enige stadje op onze weg, Roccantica, waren gesloten. We moesten het dus zonder koffie stellen vandaag. Wel kwamen we langs een oud seminario waarvan de poort open gebroken was. Het bleek verlaten en inmiddels overwoekerd met klimop en onkruid. We zijn stiekem naar binnen gegaan en hebben de kapel, wat gangen, kamers en de binnenplaats bekeken. Overal stonden nog kerkbanken, stoelen en oude kasten maar alle kleine voorwerpen van waarde waren verdwenen of verhuisd. In de kapel stond echter nog een ouderwets traporgel. Twee voetpedalen zorgen voor lucht in de balgen die op hun beurt de pijpen aanblazen. Ik heb er even op gespeeld en het orgel klonk fantastisch. Ik vond het wel toepasselijk om het liedje “De kerke” van Daniël Lohues te spelen. Hierin verteld Lohues in zijn Drentse taal dat hij nooit meer naar de kerk gaat maar ook dat hij zo af en toe toch nog twijfelt of er echt een God bestaat. Hij vraagt zich af of er in tijd van oorlog en geweld niet een seintje van boven kan komen:

Of waren het dan toch Elvis, John Lennon en van Gogh, Mozart, Bach en Beethoven, van boben stuurt. Was het dat dan toch?”  

Voor wie het liedje aanspreekt, luister het eens op YouTube of Spotify. Daniël Lohues, geweldige muzikant, verteller en liedjesschrijver.

Even later zagen we op de binnenplaats twee gehavende beelden van Maria en Jezus staan. Ontkerkelijking is een groot thema voor de hedendaagse theologie maar om hier de Verlosser op een tegelplein vol onkruid en stukgeslagen bierflessen te zien schetst wel een ontluisterend beeld.

In de loop van de middag kwamen we aan op “Il fienile di Orazio”. We waren niet de enige gasten want er liepen maar liefst vijf flinke honden rond. Flink maar heel lief en gehoorzaam. De één kwam onder onze loungebedden liggen nadat we even een duik in het zwembad hadden genomen, twee andere zaten rond de tafel bij het avondeten. En de hele roedel stond verwoed te blaffen toen ze in de schemering everzwijnen dachten te horen in de weide. Ook was er ééntje die de volgende ochtend de inlegzooltjes uit mijn voor de deur geparkeerde wandelschoenen had gepikt. Gelukkig had hij ze niet kapot gekauwd en kon ik ze, weliswaar een beetje vochtig, weer in mijn schoenen doen. Het ontbijt was net als het avondeten heerlijk. Zo’n maaltijd op een overdekt terras waarbij vrijwel alles wat hier geserveerd wordt homemade of uit eigen tuin is. Geitenkaas, ham, brood, fruit, verse vijgen, rode wijn, appeltaart, vijgenjam, en alles even lekker.

“Il fienile” betekend “De schuur”. Dat klopt want de oude schapenstal met daarboven een hooischuur is hier verbouwd tot restaurant, keuken, terras en gemeenschappelijke ruimte met een boekenkast, houtkachels, en sterrenkijker. Maar “di Orazio” behoeft iets meer uitleg. Een dichter met die naam heeft namelijk een vers geschreven over de wens naar het buitenleven: 

‘Mijn wens is, een klein stukje grond, met een tuin en een huis vlakbij een bron, omringd door bos. De goden waren grootser en mij beter gezind’. 

Deze “Schuur” waar we logeren is zo’n prachtig stukje ruimte en rust. Niet alleen voor de eigenaren maar ook voor de bezoekers zoals wij. Ten slotte: Orazio is natuurlijk Horatius, de vroegere Romeinse dichter die in de laatste eeuw voor het begin van onze jaartelling leefde en werkte. En de bovenstaande wens bad hij tot Mercurius, de Romeinse God van de handel. Hoe het inmiddels met de Romeinse, Egyptische, Griekse, Noorse, en Germaanse mythologieën, om er slechts enkele te noemen, is afgelopen, daar hebben we weinig verbeeldingskracht voor nodig. Hoe het nu de huidige wereldgodsdiensten zal vergaan is nog de vraag maar de beelden in het seminario vandaag stemmen tot nadenken.

De tuin van het seminario
De fiat 500, ook een soort geloof in Italië
Ik geloof nooit dat het vandaag gaat sneeuwen
Irene, Paula, Yvonne en een paar hondjes
De schuur van Horatius

2 comments on “Op weg naar de schuur

  1. Wat heerlijk allemaal,je zou er toch eeuwig willen blijven wonen. Precies zo als de dichter het schrijft: een stukje land een huisje in de natuur ,wat wil je nog meer! Het is weer prachtig geschreven Menno .
    Geniet er nog maar van voor je het weet zijn jullie weer terug in de werkelijkheid. Groetjes X

  2. Wat maken jullie toch mooie en aparte dingen mee.Geweldig. Voor een beetje godsdienstig besef is daar meer te ervaren dan op de pelgrimsreis naar Santiago. Er stond nog wel een stoel voor Maria dus maar hopen dat ze daar nog lang mag blijven.Daag Groeten van Ma Harmans

Reageer