Heerlijk! Aan het begin van de zomer een week naar Frankrijk. We verblijven in het huis van Gemma en Jeroen in de prachtige streek “Le Morvan”. Een groen, stil natuurgebied waar slechts wat akkerbouw en veeteelt wordt bedreven en waar, hoe kan het ook anders in het hart van de Bourgogne, het bourgondische leven geen modernisme is maar een eeuwenoude diepgewortelde cultuur vertegenwoordigd.

Eind goed al goed

Bij aankomst blijkt een van de slaapkamers echter een probleem te geven. Het boerenhuis heeft karakteristieke luiken voor de ramen en achter één van die luiken heeft een bijenvolk de ideale plek gevonden om hun nest te bouwen. De ruimte tussen het dubbele, naar binnen draaiende venster en het houten, naar buiten draaiende luik is door de bijen voor een aanzienlijk deel dichtgebouwd met raat. De raat wordt bedekt door een dikke laag bijen.

23 bijen

Na de eerste schrik gevolgd door fascinatie voor de bezige bijtjes hebben we toch Jeroen maar even gebeld om hem in te lichten over de situatie. Als eigenaar zal hij moeten beslissen of het weggehaald moet worden of niet. Ondanks het slechte bereik kunnen we toch wat berichtjes sturen en ontvangen. Het wordt al snel duidelijk dat het nest weggehaald moet worden. Jeroen heeft contact gehad met Eugène, een Nederlander die iets lager in het dal woont en als imker een aantal bijenvolken houdt. Eugène fietst de volgende dag even langs om de situatie in ogenschouw te nemen. Hij adviseert ons om de boel te laten voor wat het is. De bijen hebben al zo’n 12 raten gebouwd en zijn druk bezig om uit te groeien tot een volledig volk. Hij schat dat de populatie op dit moment zo’n 30.000 bijen telt. De raten zijn gevuld met kilo’s honing. Omdat het nest tegen het glas is gebouwd hebben we eigenlijk uniek zicht op dit stukje natuur. Volgens Eugène kunnen we de tv net zo goed de deur uit doen en dagelijks, tot diep in de herfst, genieten van dit schouwspel. We hebben vertrouwen in zijn oordeel maar vinden tegelijkertijd dat Gemma en Jeroen hierover moeten beslissen aangezien zij en hun gasten dit seizoen nog vele weken hier zullen wonen. Het raam kan in deze situatie niet open en ook het luik moet gesloten blijven. Deze week slaapt ma de Jager in deze kamer. Ze zal dan weinig daglicht en ventilatie hebben. Niet ideaal maar voor even goed te doen. Tot zover alles goed. Jeroen blijkt echter nog een imker gevonden te hebben. Peter Sorrell, een Engelsman die al jaren in Avallon woont en op zoek is naar nieuwe bijenvolken. Een vriendin van deze Peter belt ons voor wat informatie en een afspraak te maken wanneer zij het nest op kunnen komen halen. Ok, misschien toch wel een goed idee dat een ervaren imker onze ongenode gasten een nieuw en veilig plaatsje kan geven. Misschien wel. Het is zondagmiddag en de neerwaartse spiraalvormige beweging wordt ingezet.

De afspraak is dat een dag later, op maandag, Eugène en Peter samen langs komen. We moeten dan wel de hele dag thuis blijven want een tijdstip is onduidelijk. Maar geen probleem, we vermaken ons prima in en rondom het huis. De maandag gaat echter voorbij zonder dat we iemand hebben gezien. Lucia, Peters vriendin, belt ons dat ze dinsdagmiddag om half zes komen. Om half zeven belt ze dat het een uurtje later wordt, uiteindelijk gaat de dinsdag voorbij zonder bezoek. Nu wordt het woensdagmiddag half zes. Die avond, als de aardappeltjes bijna gaar zijn en het voorgerecht nog maar 2 minuutjes in de oven hoeft, stopt er een auto voor het hek. Het is inmiddels half acht maar de weg bleek dan ook bijna onvindbaar voor Peter. Zijn navigatiesysteem kent het dorpje Vizaine niet. Wat idyllisch om in deze tijden van overzwermende satelieten en massa-communicatie in een dorpje te wonen wat door TomTom niet gevonden kan worden. Een witte vlek op de kaart, ze bestaan dus toch nog! Peter stapt in de tuin en stelt zichzelf voor waarbij de blaffende hondjes om de nieuwe gast heen rennen. Zodra hij mij een hand geeft vindt Nina dat haar baasje nu echt bedreigd wordt en ze hapt in de kuit van de Engelsman. Met een nijdig gezicht wrijft Peter over de zere plek en gromt tegen me dat het wel heel lang geleden is dat hij gebeten is door een “bloody dog”. Na excuses van onze kant en een inspectie van het nest door Peter draait hij weer bij en legt hij uit wat de bedoeling is. Hij gaat het nest via de binnenkant in delen wegsnijden. Door deze benadering voelen de bijen zich niet bedreigd. De wachters bevinden zich op het buitenluik en zullen dus geen alarm slaan. De raten moeten dan in een kast worden geplaatst die door hem speciaal voor deze gelegenheid is getimmerd. Als alles goed gaat volgen de bijen de koningin vanzelf zodra zij is overgeplaatst om zich in de kast te hergroeperen. Het is hierbij van groot belang dat de raten op dezelfde volgorde in de kast worden geplaatst zodat de bijen niet gedesoriënteerd raken. Hij heeft een extra imker vest bij zich zodat ik hem kan helpen. Zelfs Anja en Yvon kunnen zonder beschermende kleding van achter in de slaapkamer toekijken.

01

Peter legt uit dat mensen in principe onzichtbaar zijn voor bijen. Ze komen op onze uitgeademde kooldioxyde af. Aangezien wij hier in grote hoeveelheden knoflook, wijn en diverse soorten kaasjes tot ons nemen lijkt mij dat we hiermee een significant vergroot risico lopen met alle gassen die we uitademen. Maar Peter verzekerd ons dat als je belaagd wordt door een bij je alleen maar 10 seconden je adem in hoeft te houden waarna de aandacht verslapt. En natuurlijk vooral rustig blijven, niet in paniek om je heen gaan slaan. Ok, iedereen staat gereed, we gaan beginnen.

11

12

Peter opent het rechterraam waarbij er direct een stuk raat afbreekt en op de grond valt. Bijen zwermen op, ik kijk even achterom en constateer dat de dames de kamer inmiddels hebben verlaten. Het linkerraam wordt vervolgens geopend waarbij er nog enkele brokstukken naar beneden komen. Dan probeert Peter een raat los te snijden maar ook deze valt uiteen.

20 bijen

De berg was, bijenlarven en honing in de kast groeit gestaag terwijl de bijen zich inmiddels door de gehele kamer verspreiden. Peter besluit nu om toch maar zijn imkerpijp te gaan halen die hij nog in de auto heeft laten liggen. Voor mij is de tijd rijp om mijn korte broek en sandalen te verruilen voor een spijkerbroek waarvan ik de pijpen in een paar strakke sokken stop. Goede voorbereiding? Och…. wat heet?

13

Na een kwartiertje wordt Peter in zijn enkels gestoken omdat hij verkeerde schoenen aan heeft en dus verdwijnd hij opnieuw uit de kamer. Nou ja kamer? Het is inmiddels één groot bijennest geworden. Net als de rest van het huis want de dames kunnen op de route die Peter gelopen heeft eerst in grote getale bijen doodslaan en/of het raam uit werken. Peter zegt boos dat ze de deur ook dicht moesten laten terwijl hij zelf in de kamer staat met wel honderd bijen op zijn pak. Met elke ontsnapte bij neemt ons vertrouwen in zijn ervaring en vakmanschap af. En er ontsnappen er nogal wat! Als Peter weer is terug gekeerd op het nest breekt er een belangrijk moment aan. De koningin moet in de kast worden geplaatst zodat haar volk zal volgen. Aan de stand van de vleugeltjes geven sommige bijtjes aan waar de koningin zich bevindt. Na een grote klomp in de kast te hebben gedumpt denkt Peter te zien dat ze inderdaad is verplaatst. Na een kwartier echter bedenkt hij zich en lijkt het er op dat ze toch nog in het restant op het kozijn zit. Waar die rijke Engelse koningshuistraditie precies vandaan komt weet ik niet maar als iedere Engelsman om de vijf minuten van mening veranderd over waar de Queen zich nu weer bevind dan kunnen ze wat mij betreft Elizabeth beter een vouwwagen voor haar verjaardag geven. Kunnen ze vervolgens Buckingham Palace verbouwen tot een nieuwe locatie van het wassenbeelden museum van Madames Tussauds. Niemand die het verschil zal merken wed ik. Maar dit geheel terzijde; Back to the bees!

02

Peter plakt inmiddels aan de met honing besmeurde vloer vast. Hij zucht ook steeds dieper en op een gegeven moment zegt hij: “Thats why I couldn’t find this place! My TomTom didn’t knew Vizaine, and then your dog bit me. It was a sign!” Door mijn voile kijk ik hem even aan. “An Omen?” probeer ik. “Yes! An Omen!” Ik word even bang dat de beet van Nina toch een acute aanval van hondsdolheid heeft veroorzaakt. Na ruim twee uur getob, gezucht en gezoem besluit ik om aan Anja en Yvon te vragen om Eugène er bij te halen. Wellicht met zijn hulp, ervaring en op mijn verzoek meegebrachte ladder hoop ik met vereende krachten de bijenkast naar buiten te krijgen. Luik open, aan weerszijden een man op een ladder, kast laten zakken, klaar! “Pièce de cake” lijkt me.

Eugène en zijn maat Wadse arriveren en blijken in een stuurse bui. Ze komen alleen maar diagnostiseren (hun woorden! echt waar!) en zijn het zichtbaar oneens met de werkwijze van Peter. Ik zie mijn hoop om de kast buiten te krijgen in rook opgaan en raak daardoor voor het eerst een beetje uit mijn hum. Eugène negeert mijn opmerkingen, zoals hij eigenlijk ieders opmerkingen niet interessant lijkt te vinden behalve die van zichzelf. Ik zaag nog wat door over de extra ladder die hij mee had moeten brengen en hij vraagt zich hardop af of ik niet beter een bezoekje aan een dokter kan brengen om mijn bloeddruk te laten meten. Nou ja!! Tot nu toe was ik de rust zelve en vond ik het zelfs wel een leuke belevenis. Ik voel me verantwoordelijk voor het huis en ben op zoek naar een doortastende oplossing voor het bijenprobleem. Door de besluiteloosheid van Peter en de eigengereidheid van Eugène echter ben ik het opeens zat. “Goed!” roep ik. “Bel de plombiers dan maar en laat de hele boel als de sodemieter weghalen!” Eugène heeft hierop duidelijk geen zin om verder te helpen en stapt in zijn auto om te vertrekken. Gelukkig weten de dames hem om te praten zodat hij even later alsnog actie onderneemt. De kast wordt pal voor het open raam gezet waarna de slaapkamer wordt ontruimd en afgesloten. Het idee is om het bijenvolk de tijd te geven om zich bij de koningin in de kast te voegen. Morgenochtend kan dan het voltallige nest in alle rust meegenomen worden. Inmiddels is het half elf en hoog tijd voor het avondeten. De oven gaat weer aan en de pan op het vuur. Dus zo komen die Fransen aan hun late tijden voor lunch en diner!

De volgende ochtend staan Eugène en Wadse om precies negen uur op de stoep zoals afgesproken. Dat valt dan wel weer 100 procent mee. In het raamkozijn en achter de gordijnen bevinden zich nog duizenden bijen die dus niet in de kast zijn gekropen. “Nee…. dat hadden ze wel verwacht dat dat niet zou gebeuren….” ?!?!?!? Een nieuwe dag, een nieuw geluid! Zo leuk! Maar goed, ze gaan kordaat aan de slag.

05

Met lakens, stofzuiger en meegebrachte extra ladder (ik zeg niks, ik hou mijn mond) wordt de boel ingepakt en opgeruimd. Vervolgens wordt de kast naar buiten getild waarna de slaapkamer wordt ontdaan van bijen door deze met een stofzuiger op te zuigen. Gezien de grote hoeveelheid losvliegende bijen ontstaat er opnieuw twijfel waar de koningin zich bevindt. Toch niet in de kast maar op het raamkozijn? Er worden nog drie emmers met bijen van de gevel geveegd.

21 bijen

03

10 bijen

Inmiddels is Peter ook gearriveerd en hij slaat het geheel met zijn handen in zijn zakken gade. Hij is overtuigd dat de koningin nu gevangen is. Terwijl ik even naast hem sta strijken er wat bijen op mijn schouders en rug neer. Ook zoemt er ééntje vervelend dicht bij mijn gezicht dus die verkoop ik een dreun. Peter zegt tegen me dat ik vooral rustig moet blijven en tien seconden mijn adem in moet houden. “They dont like you” voegt hij er aan toe. Op hetzelfde moment cirkelen er een stuk of vijf bijen om zijn hoofd waarop hij eerst opmerkt: “They dont like me neither!” Om vervolgens wild om zich heen te gaan slaan. Dan rent hij naar zijn auto waar hij binnen mum van tijd zijn imkerpijp in de fik zet en hij zichzelf in grote rookgordijnen hult. Als de rook is opgetrokken blijkt hij zijn hoed met gaasmasker en wit imkerpak al aangetrokken te hebben. Vroeger hield mijn moeder altijd een handdoek voor me omhoog als ik op het strand mijn onderbroek moest verwisselen voor een zwembroek. Had ze indertijd maar zo’n imkerpijp tot haar beschikking had gehad dan wist ik zeker dat ik van geen enkele kant te bespieden was geweest.

08

Dan is de operatie bijna voltooid. De mannen ruimen hun gereedschap op en laden de auto van Peter vol met bijenkast, emmers vol bijen en een volgeveegde en dichtgeplakte kartonnen doos vol bijen. Eugène en Wadse zeggen gedag, we bedanken ze voor al hun moeite en vragen of er nog kosten vergoed moeten worden. “Geen sprake van!” Is hun reactie. Hier helpt men elkaar belangeloos en dat zegt ook wel weer wat. Ondertussen loopt Peter nog even naar boven om zijn gereedschap te verzamelen. Bij het naar binnen lopen van de zijkamer heeft hij even niet in de gaten dat de doorgang vijf centimer lager is dan zijn lichaamslengte. Met een flinke beuk loopt hij klem en ondanks alle taal- en cultuurverschillen lijkt het geluid dat men maakt als je je kop stoot toch behoorlijk universeel: “Oempff..!” Een duidelijker Omen dan dit is waarschijnlijk niet mogelijk want hij pakt zijn spullen, stapt in zijn auto en vertrekt in de richtin van Avallon. Risico’s neemt hij niet meer want hij houdt zijn imkerpak compleet met helm en gaasmasker op terwijl hij achter het stuur kruipt. Bon voyage!

Hèhè, het huis is weer voor ons. We beginnen meteen met het opruimen van de kamer. Dode bijen vegen, levende bijen opzuigen, honing opdweilen. Na twee uurtjes is de boel redelijk aan kant. Een twee meter lange pvc pijp doet dienst als verlengstuk voor de stofzuigerslang zodat ik vanaf het grasveld het raamkozijn vrij kan maken van bijen. In een bovenhoek zit opnieuw een grote bos van misschien wel 2000 bijen. Terwijl ik deze opzuig maakt een grote bij zich los van de groep. Hij is dikker en zeker eens zo lang als alle andere bijen die we tot nu toe gezien hebben. We staan met z’n allen op het gras en zien de bij boven ons twee rondjes draaien waarna hij wegvliegt en hem uit het oog verliezen. Hem? Haar! Zou dat de koningin, the queen, de moeder aller bijen geweest zijn? Dat zou betekenen dat Peter met zo’n 20.000 bijen op pad is zonder koningin! Dat volk is, zonder haar, ten dode opgeschreven! Zoveel hebben we laatste dagen in ieder geval geleerd. Over “bad karma” gesproken.

06

Bij ons keert echter de rust weder. We laten de rest van de bijen de honing ophalen die ze waarschijnlijk naar één van de bijenkasten van Eugène brengen. We kunnen weer ongestoord in de tuin zitten en soms zelfs hartelijk lachen om die arme Peter. We zijn er nog niet helemaal klaar mee want er kruipen nog altijd tientallen bijen door de sponningen naar binnen. Als in de schemering de bijen van het verdwenen nest zich opnieuw binnen en buiten het kozijn hebben verzameld zuigen we ze nogmaals weg. Het zijn er zeker nog een stuk of duizend. In de kamer kan nog niet geslapen worden want dat is onbetrouwbaar. Morgen maar weer kijken hoeveel bijen zich alsnog rond hun virtuele nest verzamelen. Diezelfde nacht vangt Anja een grote Hoornaar op de andere slaapkamer. Maar….? Die lijkt sprekend op die grote bij die we gisteren weg hebben zien vliegen. Dat betekend dat wij ons hebben vergist wat de koningin betreft. En dat Peter met grote waarschijnlijkheid toch een compleet volk mee heeft genomen. Laten we hopen dat na alle slechte voortekenen de zaak nu ten goede keert. Peter heeft een mooi geimmigreerd volk onderdak kunnen bieden, de kasten van Eugène worden extra gevoed met de honing die hier is vrijgekomen, en wij kunnen de luiken weer open gooien en heerlijk genieten van dit huis in de Morvan. Wat een avontuur met “Les Abeilles”.

Eind goed



 

Reageer