Boek

Hoofdstuk 10 – Terug op aarde

   Hoe snel gaat de tijd. Op de terugweg naar Marrakech zie ik vanuit de bus het landschap weer aan me voorbij trekken maar nu in omgekeerde volgorde. De bergen wijken terug en de weidsheid van het laagland komt tevoorschijn. De temperatuur wordt gestaag hoger en de lucht verliest haar diepe donkerblauwe kleur. Het stof waait op en het vuil langs de weg neemt toe naarmate we verder in de geciviliseerde wereld terugkeren. Het verlangen wordt gespleten. Ik verlang naar een koele hotelkamer met een bad en normaal toilet. Ik verlang naar de puurheid van het hooggebergte. Ik verlang naar lekker eten met een wijntje in een gezellig restaurantje. Ik verlang naar de wind op mijn lijf en de spanning in mijn kuitspieren op weg naar de hooggelegen pas.

   Vanochtend hebben we afscheid genomen van de jongemannen waar we mee op pad zijn geweest. We hebben een goede band opgebouwd en het afscheid was dan ook hartelijk en oprecht. Hun muildieren stonden uit te rusten in de schaduw onder de bomen. Nog even geen juk en manden met zware bagage voor de dieren. Ze hebben hun water, voedsel en rust dik verdiend. In het centrum van Imlil komen we wat later Ibrahim en Lahcen tegen. Ze zijn alweer aan het werk voor een nieuw aangekomen groep wandelaars. Zo gaat het hier. Men werkt hard om alle bezoekers van hun Berberland te gidsen en te begeleiden. Er worden bruggen gebouwd tussen twee zo verschillende culturen, maar waar de bezoekers ‘verlicht’ huiswaarts keren gaan de mannen weer opnieuw aan het werk.

   In de spiegel van de bus zie ik het Atlasgebergte verdwijnen. De bergen die vele miljoenen jaren geleden zijn ontstaan toen het continent Afrika met de ontzagwekkende snelheid van een paar centimeter per jaar tegen Europa botste. De vrijkomende krachten stuwden in Spanje de Sierra Nevada naar boven terwijl aan deze zijde het Atlasgebergte zich verhief. Miljoenen jaren ligt het al onder de brandende zon en nu hebben wij het bezocht, bewandeld en de hoogste toppen beklommen. Dat alles in een split-second van de geschiedenis van dit gebergte maar wij hebben er een geweldige tijd gehad. Een ervaring die we de rest van ons leven mee zullen dragen. Over vele miljoenen jaren zullen de bergen er nog altijd zijn. Alles is relatief.

   De volgende fase is aangebroken. Vandaag gaan we op weg naar de kust. De twee dagen en avonden die we in Marrakech hebben doorgebracht waren nodig om wat uit te rusten en weer te genieten van het stadse leven. Een bezoek aan de Cosy Bar was bijna onvermijdelijk en zo hebben we daar gisteravond op het dakterras gezeten. Samen hebben we op dezelfde plek als twee weken geleden het glas geheven. Een toost op de goede afloop waarna we als uitgehongerde barbaarse bergbewoners de lekkere hapjes naar binnen hebben gewerkt. Na afloop zijn we hand in hand door de stad gewandeld. Het hele lange stuk vanaf de ‘Place des Ferblantiers’, door de soeks, over het grote plein richting de prachtig verlichte minaret van de Koutoubia moskee. Langs de brede ‘Avenue de Mohammed V’ liepen we vanuit de oude medina de nieuwe stad in tot aan ons hotel. De avond was prachtig, onze vrijheid groot en onze, door onszelf zo vaak ondergewaardeerde, rijkdom enorm. Eenmaal terug in onze hotelkamer hebben we elkaar gekust, uitgekleed en heerlijk gevreeën.

   We zijn weer terug op aarde.


Dagboekfragment: Dinsdag 20 september

 

Vanochtend na het ontbijt hebben we afscheid genomen van alle mensen. Na twee weken met elkaar te hebben doorgebracht ontstaat er toch een band. Dan halen we de auto op bij het verhuur bedrijf “First Car”. Deze naam klopt helemaal want volgens mij krijgen we de allereerste auto mee van de eigenaresse, eentje uit 1975! Het is een Suzuki Alto maar dan wel de uitvoering ‘Chique’. Dit betekent in Marokko waarschijnlijk dat er geen profiel op de banden zit, 3 liter benzine in de tank, de hoek van de achterbumper los hangt en de hele carrosserie vol krassen en deukjes zit. Dus eerst maar tanken, dan naar het hotel om de bagage op te halen en vervolgens op weg.

Reageer